19. Pan/Panorama-besturing
Monokanalen: Met gebruik van de panoramabesturing kunt u de
positie van het ingangssignaal binnen het stereobeeld wijzigen. Wanneer
de panoramabesturing is ingesteld op de centrale positie, is het
audiosignaal gelijk voor zowel de linker- als rechterinvoer. Stereokanalen:
Met gebruik van de balansbesturing kunt u het balans tussen het linker
en rechter kanaal aanpassen. Indien u een monobron gebruikt (invoer
links mono), werkt de besturing als de panorama besturing en geeft het
u de mogelijkheid om de positie van het invoersignaal binnen het
stereobeeld aan te passen.
20. Mute-knop
Deze knop geeft u de mogelijkheid om het overeenkomende kanaal te
dempen.
21. Piek-LED
De piekindicator toont piekniveaus van het binnenkomende
signaalniveau van een kanaal. Indien de rode piek-LED vaak knippert of
continu ligt geeft, zal het overeenkomende kanaal waarschijnlijk gaan
knippen en moet u de invoerversterking verlagen met gebruik van de
versterkingsregelaar De piek-LED's geven licht 8 dB voor het knippen.
Zorg ervoor dat de piek-LED alleen kort licht geeft tijdens dynamische
pieken.
22. Signaal LED
De signaal LED toont de aanwezigheid van audiosignalen bij de uitgang
van het kanaal.
23. Kanaal PFL-knop
De PFL-knop is ontworpen voor de selectie van een kanaal
waar u vervolgens in uw controlekamer of telefoonuitgang naar kunt
luisteren, onafhankelijk van de positie van de kanaalfader (24).
24. Kanaalfader
De fader bestuurt het volume van een enkel kanaal. De kanaalfaders
kunnen het best ingesteld worden binnen een bereik van -5dB en 0dB,
zodat u genoeg ruimte hebt voor het nauwkeurig op elkaar afstellen van
de niveau-instellingen van het kanaal. Het algemene volume wordt
ingesteld met de masterfader. Hoewel kanaalfaders een extra
versterking van +10dB aanbieden, is het beter om de +5dB niet te
overschrijden.
11