Het voertuig is uitgerust met een
automatische deur. Een orginele
voordeur opent naar voren (A-stijl), een
glazen voordeur opent naar achter (B-
stijl).
In geval van nood is de deur ook hand-
matig te openen. Aan de buitenkant
trekt u daarvoor aan deze hendel.
Om te voorkomen dat er misbruik van
de noodontgrendeling wordt gemaakt,
kunt u de hendel aan de buitenkant
blokkeren.
Veiligheid
• gebruik tijdens de ritten alleen de rode knop om de deur te openen en te
sluiten, open de deur alleen handmatig in noodgevallen!
• ga alleen rijden als beide lampjes niet branden! Dit betekent dat de deur wel
vergrendeld is, maar in noodgevallen toch van buitenaf te openen is.
• open de deur nooit tijdens het rijden!
Automatische deur
U kunt de deur openen en sluiten met
één druk op de rode knop. Deze bevindt
zich op het dashboard, links van het
stuur.
Aan de binnenkant trekt u aan deze
hendel. De deur is nu met de hand
open te duwen.
Dit doet u door de sleutel in het slot van
de hendel te steken en een kwartslag te
draaien. De deur is nu niet van buiten te
ontgrendelen.
Optioneel is de deur over de handrem
geschakeld. De deur kan dan alleen
bediend worden als het voertuig op de
handrem staat.
Als de noodontgrendeling actief is, zal
op het dashboard het gele lampje bran-
den.
Als de noodontgrendeling aan de
buitenkant geblokkeerd is, zal tijdens
het rijden het rode lampje knipperen.
Om na noodontgrendeling de deur weer
in de bedrijfsstand te zetten, draait u de
hendel op de motor naar rechts.