Advertenties
Functionele specificatie
Deze aansluitkast is voorzien van mantelklemmen voor het
aansluiten van binnenkomende en eventueel afgaande
voeding van 3 fasen, nul en aarde. Maximaal toegestaan zijn
Functionele specificatie
Functionele specificatie
2 aders 16mm2 of 3 aders 10mm2 per mantelklem.
Deze aansluitkast is voorzien van mantelklemmen voor het
Voor het aansluiten van objecten zijn 3 zekeringhouders
Deze aansluitkast is voorzien van mantelklemmen voor het
aansluiten van binnenkomende en eventueel afgaande
10x38 1P+N aanwezig, 1 per fase. Max. zekeringwaard 16A:.
aansluiten van binnenkomende en eventueel afgaande
voeding van 3 fasen, nul en aarde. Maximaal toegestaan zijn
Bij openen van een zekeringhouder, openen mag onder
voeding van 3 fasen, nul en aarde. Maximaal toegestaan zijn
2 aders 16mm2 of 3 aders 10mm2 per mantelklem.
belasting volgens AC-22B IEC 60947-3, zijn zowel de fase als
2 aders 16mm2 of 3 aders 10mm2 per mantelklem.
Voor het aansluiten van objecten zijn 3 zekeringhouders
de nul van het aangesloten object onderbroken.
Voor het aansluiten van objecten zijn 3 zekeringhouders
10x38 1P+N aanwezig, 1 per fase. Max. zekeringwaard 16A:.
De onderste mantelklem is bedoeld als aardaansluiting, en is
10x38 1P+N aanwezig, 1 per fase. Max. zekeringwaard 16A:.
Bij openen van een zekeringhouder, openen mag onder
verbonden met aardklemmen voor de afgaande groepen.
Bij openen van een zekeringhouder, openen mag onder
belasting volgens AC-22B IEC 60947-3, zijn zowel de fase als
De aardlitze wordt gebruikt voor het maken van een extra
belasting volgens AC-22B IEC 60947-3, zijn zowel de fase als
de nul van het aangesloten object onderbroken.
verbinding met mast of kast.
de nul van het aangesloten object onderbroken.
De onderste mantelklem is bedoeld als aardaansluiting, en is
De onderste mantelklem is bedoeld als aardaansluiting, en is
verbonden met aardklemmen voor de afgaande groepen.
verbonden met aardklemmen voor de afgaande groepen.
De aardlitze wordt gebruikt voor het maken van een extra
De aardlitze wordt gebruikt voor het maken van een extra
Montage
verbinding met mast of kast.
verbinding met mast of kast.
Toon spanningsloosheid aan van de installatie en / of volg de
aanwijzingen van de netbeheerder op!
Zorg voor een veilige werkomgeving,
Montage
Montage
De aansluitkast moet geplaatst worden in een schone en
Toon spanningsloosheid aan van de installatie en / of volg de
droge omgeving.
Toon spanningsloosheid aan van de installatie en / of volg de
aanwijzingen van de netbeheerder op!
aanwijzingen van de netbeheerder op!
Zorg voor een veilige werkomgeving,
1.
Verwijder de buitenkap, de binnenkap die over de
Zorg voor een veilige werkomgeving,
De aansluitkast moet geplaatst worden in een schone en
mantelklemmen geplaatst is en het bovenste deel van
De aansluitkast moet geplaatst worden in een schone en
droge omgeving.
droge omgeving.
het kabelklemblok. Bewaar deze onderdelen op een
schone plaats.
1.
Verwijder de buitenkap, de binnenkap die over de
1.
Verwijder de buitenkap, de binnenkap die over de
mantelklemmen geplaatst is en het bovenste deel van
mantelklemmen geplaatst is en het bovenste deel van
2.
Bevestig de aansluitkast d.m.v. het bovenste sleutelgat
het kabelklemblok. Bewaar deze onderdelen op een
het kabelklemblok. Bewaar deze onderdelen op een
en het gat boven de aarde-mantelklem in de lichtmast of
schone plaats.
schone plaats.
kast met M6 schroeven (niet meegeleverd).
2.
Bevestig de aansluitkast d.m.v. het bovenste sleutelgat
2.
Bevestig de aansluitkast d.m.v. het bovenste sleutelgat
3.
Bevestig de aardlitze aan een aardeaansluitpunt in
en het gat boven de aarde-mantelklem in de lichtmast of
en het gat boven de aarde-mantelklem in de lichtmast of
lichtmast of kast.
kast met M6 schroeven (niet meegeleverd).
kast met M6 schroeven (niet meegeleverd).
4.
Sluit de inkomende voedingskabel en eventueel de
3.
Bevestig de aardlitze aan een aardeaansluitpunt in
3.
Bevestig de aardlitze aan een aardeaansluitpunt in
afgaande voedingskabel aan op de mantelklemmen 1 –
lichtmast of kast.
lichtmast of kast.
5. Zie Bedradingsschema.
4.
Sluit de inkomende voedingskabel en eventueel de
4.
Sluit de inkomende voedingskabel en eventueel de
5.
Leg de voedingskabel(s) in het klemblok, plaats het
afgaande voedingskabel aan op de mantelklemmen 1 –
afgaande voedingskabel aan op de mantelklemmen 1 –
bovenste deel terug en schroef vast, max. 2Nm.
5. Zie Bedradingsschema.
5. Zie Bedradingsschema.
5.
Leg de voedingskabel(s) in het klemblok, plaats het
5.
Leg de voedingskabel(s) in het klemblok, plaats het
bovenste deel terug en schroef vast, max. 2Nm.
bovenste deel terug en schroef vast, max. 2Nm.
6.
Sluit de afgaande bedrading aan op de zekeringhouders
en aardklemmen. Zie Bedradingsschema.
7.
Zet de afgaande kabel(s) vast d.m.v. de
6.
Sluit de afgaande bedrading aan op de zekeringhouders
6.
Sluit de afgaande bedrading aan op de zekeringhouders
trekontlasting(en) op het kabelklemblok.
en aardklemmen. Zie Bedradingsschema.
en aardklemmen. Zie Bedradingsschema.
8.
Controleer of de bedrading juist is aangesloten en of de
7.
Zet de afgaande kabel(s) vast d.m.v. de
7.
Zet de afgaande kabel(s) vast d.m.v. de
schroeven voldoende zijn aangedraaid.
trekontlasting(en) op het kabelklemblok.
trekontlasting(en) op het kabelklemblok.
9.
Plaats de afschermkap terug over de mantelklemmen
8.
Controleer of de bedrading juist is aangesloten en of de
8.
Controleer of de bedrading juist is aangesloten en of de
en plaats de buitenkap en schroef deze vast.
schroeven voldoende zijn aangedraaid.
schroeven voldoende zijn aangedraaid.
9.
Plaats de afschermkap terug over de mantelklemmen
9.
Plaats de afschermkap terug over de mantelklemmen
en plaats de buitenkap en schroef deze vast.
en plaats de buitenkap en schroef deze vast.
Onderhoud en inspectie
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
spanningsloos!
Onderhoud en inspectie
Onderhoud en inspectie
1.
Verwijder vuil, zand etc. van de buitenkap en de
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
omgeving van de aansluitkast voor het openen.
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
spanningsloos!
spanningsloos!
2.
Verwijder de buitenkap en reinig deze.
3.
Controleer de binnenkant op vervuiling.
1.
Verwijder vuil, zand etc. van de buitenkap en de
1.
Verwijder vuil, zand etc. van de buitenkap en de
4.
Controleer of de aansluitingen voldoende
omgeving van de aansluitkast voor het openen.
omgeving van de aansluitkast voor het openen.
vastgedraaid zijn. Wees ervan overtuigd dat dit
2.
Verwijder de buitenkap en reinig deze.
2.
Verwijder de buitenkap en reinig deze.
spanningsloos gebeurd!
3.
Controleer de binnenkant op vervuiling.
3.
Controleer de binnenkant op vervuiling.
5.
Plaats de buitenkap.
4.
Controleer of de aansluitingen voldoende
4.
Controleer of de aansluitingen voldoende
vastgedraaid zijn. Wees ervan overtuigd dat dit
vastgedraaid zijn. Wees ervan overtuigd dat dit
spanningsloos gebeurd!
spanningsloos gebeurd!
Demontage
5.
Plaats de buitenkap.
5.
Plaats de buitenkap.
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
spanningsloos!
Demontage
Demontage
1.
Verwijder de buitenkap en de binnenkap die over de
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
Zorg voor een veilige werkomgeving en werk altijd
mantelklemmen geplaatst is.
spanningsloos!
spanningsloos!
2.
Schroef de trekontlastingen van de afgaande kabels
los.
1.
Verwijder de buitenkap en de binnenkap die over de
1.
Verwijder de buitenkap en de binnenkap die over de
3.
Schroef het kabelklemblok los en verwijder deze.
mantelklemmen geplaatst is.
mantelklemmen geplaatst is.
4.
Maak de afgaande kabels en voedingskabels los.
2.
Schroef de trekontlastingen van de afgaande kabels
2.
Schroef de trekontlastingen van de afgaande kabels
5.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast of kast.
los.
los.
6.
Plaats een nieuwe aansluitkast volgens de
3.
Schroef het kabelklemblok los en verwijder deze.
3.
Schroef het kabelklemblok los en verwijder deze.
handleiding of werk de bekabeling af volgens opgaaf
4.
Maak de afgaande kabels en voedingskabels los.
4.
Maak de afgaande kabels en voedingskabels los.
van de netbeheerder.
5.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast of kast.
5.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast of kast.
6.
Plaats een nieuwe aansluitkast volgens de
6.
Plaats een nieuwe aansluitkast volgens de
handleiding of werk de bekabeling af volgens opgaaf
handleiding of werk de bekabeling af volgens opgaaf
Recycling
van de netbeheerder.
van de netbeheerder.
De aansluitkast dient aan het eind van zijn levensduur te
worden aangeboden voor recycling.
Gooi deze niet weg met het huisvuil, maar raadpleeg een
Recycling
Recycling
gekwalificeerd recyclingsbedrijf.
De aansluitkast dient aan het eind van zijn levensduur te
De aansluitkast dient aan het eind van zijn levensduur te
worden aangeboden voor recycling.
worden aangeboden voor recycling.
Gooi deze niet weg met het huisvuil, maar raadpleeg een
Gooi deze niet weg met het huisvuil, maar raadpleeg een
gekwalificeerd recyclingsbedrijf.
gekwalificeerd recyclingsbedrijf.
Advertenties
