De antennes installeren
Nadat u het toestel hebt gemonteerd, moet u beide antennes in de richting van de lucht richten voor de beste
ontvangst.
1 Verwijder de zwarte rubberen dop van de connector.
2 Bevestig de antenne losjes aan de connector.
3 Richt de antenne naar de lucht.
• Als u het toestel installeert op een verticaal oppervlak, zoals een schutbord, moet u de antennes parallel
aan de zwarte doos monteren
• Als u het toestel op een horizontaal oppervlak installeert, moet u de antennes loodrecht op de zwarte doos
plaatsen
.
OPMERKING: U moet de antenne in de juiste richting hebben geplaatst om de afdekking te kunnen plaatsen.
4 Houd de antenne in de juiste positie en draai de antennemoer handvast aan.
5 Draai de moer nog 45 graden met de meegeleverde sleutel om de moer volledig vast te draaien.
Het aanbevolen draaimoment voor de moer is 0,56 N-m (5 lbf-in.) of handvast plus 45 graden.
Draai de antennemoer vast naar 0,56 N-m (5 lbf-inch) om een waterdichte verbinding te garanderen. Te strak
aandraaien van de moer kan schade aan het toestel veroorzaken.
6 Plaats de afdekking
7 Bevestig de afdekking met de kleine schroef en de meegeleverde kruiskopschroevendraaier nr. 0.
8 Herhaal deze stappen om de tweede antenne te installeren.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u dit toestel op een voedingsbron en op andere Garmin
toestellen aansluit.
• De voedings- en aardingsverbindingen naar de accu moeten worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat
deze veilig zijn en niet kunnen losraken.
• U moet ervoor zorgen dat de borgringen zijn vastgedraaid, zodat de voedings- of gegevensverbinding niet
wordt verbroken.
• Blootliggende draadaansluitingen moeten waterdicht zijn als ze worden blootgesteld aan vocht. U kunt
krimpkousen of andere waterdichte aansluitingen gebruiken.
• Bedek ongebruikte aansluitingen met de weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
• Voor de beste aansluiting van de GPS-antenne verwijdert u de beschermkap volledig van de GPS-connector.
• Als u de IN/OUT-draden moet verlengen, gebruik dan een draad van minimaal 24 AWG (0,08 mm
• U dient een zekering van 1 A aan te sluiten op alle relaisbesturingen, Boat-in-Use, Bilge 1 of 2 en Battery 1 of
2-ingangdraden op de positieve ingang naar de voedingsbron.
4
.
over de connector.
LET OP
2
).