Wasmiddelen
Het doseren van wasmiddel
i = Vakje voor inweken en voorwas
j = Vakje voor de hoofdwas
p
= Vakje voor wasverzachter
en stijfsel
Via vakje i wordt het wasmiddel voor
de voorwas in de trommel gespoeld.
Via vakje j wordt het wasmiddel voor
de hoofdwas in de trommel gespoeld.
Is de capaciteit van vakje j niet vol-
doende (dat is mogelijk in gebieden
met zeer hard water), kan ook vakje i
voor de dosering van het wasmiddel
worden geactiveerd. Zie hoofdstuk:
"Het programmeren van aanvullende
functies", paragraaf: "Het activeren van
vakje i ".
20
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan 16°
d.H. kunt u een wateronthardingsmid-
del gebruiken om wasmiddel te bespa-
ren.
De juiste dosering vindt u op de verpak-
king.
Doseer eerst het wasmiddel en dan
pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe-
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht of
gemiddeld water tot 16° dH.
Wanneer u met verscheidene compo-
nenten wast, adviseren wij u deze mid-
delen altijd bij elkaar in vakje j te do-
seren, en wel in de onderstaande
volgorde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge-
spoeld.
Wasverzachters, synthetische
stijfsels, stijfsels of vloeibare
stijfsels
Met een wasverzachter wordt uw was-
goed extra zacht en minder statisch.
Doseer de wasverzachter volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Met synthetische stijfsels krijgt u was-
goed zoals overhemden, tafellinnen en
beddegoed beter in model.
Met stijfsels wordt wasgoed stijf.
Doseer de middelen volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant.