Aansluitingen en bedieningselementen
(7) Toets CUE/PLAY (HOT CUE2)
•
Druk op deze toets tijdens het afspelen om naar het laatste opgeslagen CUE-punt terug te keren.
•
Als deze toets wordt ingedrukt terwijl het afspelen werd gepauzeerd, wordt het huidige punt als CUE-punt
opgeslagen.
•
Als de toets langer wordt ingedrukt, start de weergave vanaf het CUE-punt.
Het CUE-punt wordt in het voortgangsscherm van de software getoond.
•
Druk op de toets SHIFT (20) + (HOT CUE2) om naar HOT CUE punt 2 te gaan.
(8) Toets SET CUE (HOT CUE1)
•
Druk op deze toets tijdens het afspelen of in de pauze-modus om de huidige plaats van het track als CUE-punt
op te slaan.
•
Druk op de toets SHIFT (20) + (HOT CUE1) om naar HOT CUE punt 1 te gaan.
(9) Bedienelementen voor de effect-, resp. samplerfuncties
Keuzeschakelaar SELECT (SAMPLE) voor de keuze van een effect of sampler.
•
Draai aan deze keuzeschakelaar om het gewenste effect in de software te selecteren.
•
Druk op SHIFT (20) + draai (SAMPLE) om de gewenste sampler in de software te selecteren.
Draairegelaar FX1-(SAMP-VOL) voor de instelling van de eerste parameter van het geselecteerde effect of voor het
regelen van het volume van de sampler.
•
Draai aan deze regelaar om de eerste parameter van het gekozen effect in te stellen.
•
Druk op SHIFT (20) + draai (SAMP-VOL) om het volume van de sampler in te stellen.
Draairegelaar FX2 voor de instelling van de tweede parameter van het gekozen effect.
•
Draai aan deze regelaar om de tweede parameter van het gekozen effect in te stellen.
De uitwerking van de beide regelaars voor de instelling van de effectparameters zijn afhankelijk van
het geselecteerde effect.
(10) Toets EFFECT (SAMPLE)
•
Druk op deze toets om de effectfunctie van de software in, resp. uit te schakelen
•
Druk op de toets SHIFT (20) + (SAMPLE) om de samplerfunctie van de software in, resp. uit te schakelen.
68
All manuals and user guides at all-guides.com