INTRODUCTIE
DualCom Pro biedt installateurs een eenvoudige en snelle installatie van professionele transmissiesystemen.
Het biedt toegang tot CSL Live, ons nieuwe portaal voor apparaatbeheer en de My Base-app.
Door middel van de seriële bus-aansluitingen of de 8 ingangen, is de DualCom Pro compatibel met een breed
scala alarmpanelen, geïnstalleerd volgens EN50136.
Het assortiment bestaat uit:
DigiAir Pro - onze single path oplossing gebruikt een 4G of LAN verbinding om signalen te versturen. De 4G
variant is voorzien van een 4G World SIM en een backup 4G MIM.
GradeShift Pro - onze dual path oplossing gebruikt een combinatie van twee 4G paden of een LAN en een 4G
path.
STAP 1. LOCATIE ONDERZOEK
VARIANTEN MET 4G
Gebruik de CSL Signal Analyser om te bepalen of er voldoende netwerkproviders (2 of meer) beschikbaar zijn op
de locatie en of ze voldoende signaalsterkte kunnen leveren (30% of meer). Dit om de optimale locatie voor de
montage van de antenne(s) te bepalen. De Signal Analyser is te bestellen bij CSL.
Als u geen Signal Analyser heeft, raden we u aan de DualCom Pro in te schakelen, de antenne(s) aan te sluiten,
het inbedrijfstellingsproces te doorlopen en de signaalsterkte te controleren voordat u de antenne(s) definitief
monteert. We raden aan dat de signaalsterkte op de DualCom Pro 3 (30%) of hoger is.
VARIANTEN MET LAN
Zorg ervoor dat er een LAN-poort nabij het alarmpaneel is. DualCom Pro gebruikt standaard DHCP. Een vast
IP-adres kan worden toegevoegd/gewijzigd via My Base of de A- en B-toetsen. Sluit de Ethernet-kabel aan op
het apparaat (zoals in afbeelding 2) en maak verbinding met de router van de klant. Zorg ervoor dat de LAN-
aansluiting van de klant actief is en de juiste netwerk-instellingen heeft, zoals hieronder:
•
Poort 50561 UDP open voor uitgaand verkeer
•
NAT ingeschakeld
De LED nabij de LAN-aansluit adapter knippert groen als er verbinding is.
STAP 2. INSTALLATIE
De DualCom Pro dient te worden geïnstalleerd in een behuizing die voldoet aan gestelde normering. Het
apparaat dient bevestigd te worden met de meegeleverde zelfklevende strips of schroefbevestigingen welke
toegankelijk zijn door de deksel van het apparaat te verwijderen.
Zorg na de montage ervoor dat:
a.
De antenne(s) en/of de LAN-aansluiting zijn aangesloten
b.
Uw alarmpaneel of PSU vooraf spanningsloos is gemaakt, voorafgaande het aansluiten van het
apparaat op de + en – (12/24v) DC-uitgang van uw alarmpaneel of PSU
c.
De seriële kabel is aangesloten, indien gewenst – RS485, RS232 of TTL (afhankelijk van het gebruikte
alarmpaneel) – zie afbeelding 1 voor meer informatie
d.
Alle benodigde bekabelde ingangen zijn aangesloten – zie afbeelding 4
e.
De fout-uitgang(en) zijn aangesloten – zie afbeelding 5
f.
Schakel daarna de voeding van uw alarmpaneel of PSU weer in
DOEN...
INSTALLEER VERTICAAL IN OPEN RUIMTE
CONTROLEER VOORAF DE VELDSTERKTE VOOR DAT U DE ANTENNE(S) VASTZET.
NIET DOEN ...
INSTALLEER DICHTBIJ METAAL OF BRONNEN VAN INTERFERENTIES ZOALS BEKABELING,
VERLICHTING, ELEKTRISCHE INSTALLATIES, COMPUTERS, MONITOREN, ROUTERS EN
ANDERE APPARATUUR.
KORTE HANDLEIDING
SITUEREN VAN DE ANTENNE(S)
5