• Op een boot met een 20° deadrisehoek kan de transducer
met een fairingblok worden gebruikt voor een scheepshuid
met een dikte van maximaal 19 mm (
• Op boten met een waterverplaatsende romp moet de
transducer worden bevestigd nabij de middenlijn.
• Op boten met een planerende romp moet de transducer
worden bevestigd achter, op of nabij de middenlijn, binnen de
eerste set stringers die de boot optillen.
• Op boten met een waterverplaatsende of planerende romp,
moet de transducer worden bevestigd aan de stuurboordzijde
van de romp, waar de schroefbladen omlaag bewegen.
• Op stepped hull-boten moet de transducer worden bevestigd
direct voor de eerste verspringing.
• Op boten met een vinkiel moet de transducer meer dan
300 mm (12 in.) en minder dan 600 mm (24 in.) vóór de kiel
en op of nabij de middenlijn worden bevestigd.
• Op boten met een volledige kiel moet de transducer in het
midden van de boot worden bevestigd, weg van de kiel en op
het punt van minimale deadrise.
• Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
• Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
• De transducer moet worden gemonteerd op een vlakke
locatie met een deadrisehoek van minder dan 6°.
• De transducer moet worden gemonteerd op ruime afstand
vóór de schroeven en schroefassen.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
de transducer verticaal is wanneer de boot onderweg is. Als
de transducer naar voren overhelt, kan het lijken of de bodem
van het water omhoog loopt. Als de transducer naar achteren
overhelt, kan er enige oppervlakteruis verschijnen.
• De transducer moet worden gemonteerd op een afstand van
minimaal 600 mm (24 in.) van andere transducers.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
de kiel of schroefassen niet in de weg zitten.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
deze zich voortdurend onder water bevindt.
• De transducer moet worden bevestigd op een plaats die
toegang tot de transducer biedt vanaf de binnenzijde van de
boot.
• Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag, de
waterinlaat of uitlaatpoort, of op plaatsen waar luchtbellen of
waterturbulenties ontstaan.
• De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten of
binnenhalen van de boot.
2
3
/
in.).
4
• De transducer kan cavitatie veroorzaken, wat een negatieve
invloed kan hebben op de prestaties van de boot en de
schroef kan beschadigen.
• De transducer moet zich in schoon (niet-turbulent) water
bevinden voor optimale prestaties.
• Als u vragen hebt over de juiste locatie van de door-de-huid
transducer, neem dan voor advies contact op met de bouwer
van uw boot of met eigenaren van soortgelijke boten.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en 3 mm (
• Gatenzaag van 51 mm (2 in.) (glasvezelromp)
• Gatenzaag van 57 mm (2
• Gatenzaag van 60 mm (2
kern)
• Schuurpapier
• Bandzaag (voor fairingblok)
• Watervaste kit
• Waterpomptang (metalen romp)
• Kabelbinders
• Metaalvijl (metalen romp)
• Glasvezeldoek en hars (optie voor afdichten van een
glasvezelromp met kern)
• Cilinder van 51 mm (2 in.), was, tape en epoxyhars (optie
voor afdichten van een glasvezelromp met kern)
Hoek voor fairingblok bepalen
Met een fairingblok kunt u uw transducer parallel aan de
waterlijn positioneren om de nauwkeurigheid van de
echoloodmetingen te optimaliseren. U dient de deadrisehoek
van de romp van uw boot te meten om te bepalen of een
fairingblok nodig is om de transducer te monteren. Als de
deadrisehoek van de montageplek meer dan 5° bedraagt, dient
u een fairingblok te gebruiken om de transducer te monteren.
Deadrisehoek
Deadrise is de hoek tussen een horizontale lijn en de romp van
een boot op een enkel punt. U kunt de deadrisehoek meten met
een smartphone app, een hoekmeter, een gradenboog of een
digitale waterpas. U kunt ook uw botenbouwer vragen wat de
deadrisehoek is op een bepaald punt op de romp van uw boot.
OPMERKING: Een boot kan verschillende deadrisehoeken
hebben, afhankelijk van de vorm van de romp. Meet de
deadrisehoek alleen op de locatie waar u de transducer wilt
installeren.
Het fairingblok uitzagen
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
1
Bevestig het fairingblok met houtschroeven op een stuk hout.
Het stuk hout wordt de zaagvorm voor het fairingblok.
2
Meet de deadrisehoek van de romp op de montageplek.
3
Kantel uw tafelzaagblad
de langsgeleider vast.
4
Plaats het fairingblok op de tafel zodat de zaaggeleider tegen
de langsgeleider
rust en de hoek overeenkomt met de
hoek op de montageplek.
1
/
in.) boortje
8
1
/
in.) (metalen romp)
4
3
/
in.) (glasvezelromp met een
8
VOORZICHTIG
gelijk aan de deadrisehoek en zet