2. Voor esthetische doeleinden kunnen we tijdens de in-
stallatie de aansluitoplossing voor
de voedingskabel op een andere
manier wijzigen.
- Aan de achterkant van de units be-
vindt zich een gat voor de draad-
aansluiting. U kunt het isolatiema-
teriaal doorknippen en vervolgens
de extra draad dienovereenkom-
stig aansluiten. Wees voorzichtig
met de bediening en beschadig de
draden niet. Over de gatafmeting
kunt u het papieren sjabloon bekij-
ken (zie P31).
- Aan de linkerkant bevindt zich
een bedieningsvenster onder het
classificatielabel. Verwijder het ty-
pelabel, draai 2 schroeven met de
schroevendraaier los en verwijder vervolgens de raam-
kap (zie P32 A)
- Een draadverbindingsblok bevindt zich in de doos, brui-
ne kleur is stroomdraad, blauwe kleur is neutrale draad,
geelgroen is aarddraad.
- Draai de 3 schroeven los, verwijder de draden van het
aansluitblok (zie P32 B)
- Haal de kabelclip met een tang uit de zijplaat en ver-
wijder de voedingskabel uit het apparaat. (Zie P32 C).
- Verbind de draden die door het gat van de zwarte plaat
zijn gegaan.
- Blokkeer de raamkap en bevestig het classificatielabel
opnieuw.
- Blokkeer het gat van de voedingskabel met een rubberen
op die bij de airconditioner wordt geleverd (zie P32 D).
d
2.10 SYSTEEM VOOR FRISSE LUCHT
Er is een systeem voor frisse lucht aan de achterkant
van de unit en de luchtleiding is 50 mm. De aircon-
ditioner zou de kamerlucht automatisch verversen.
Op deze manier wordt nieuwe schone en frisse lucht
naar de kamer gebracht. Tegelijkertijd zou de presta-
tie van de airconditioner lager zijn. (Zie P33 A)
Boor een gat in de muur met een diameter van 52
mm op de positie die is aangegeven in het papieren
sjabloon. Ik heb het midden al eerder gemarkeerd.
Het is essentieel dat de gatlijn over de hele lengte
een minimale neerwaartse helling heeft van 3 gra-
den. Met deze oplossing kon het water op regenach-
tige dagen niet naar binnen komen (zie P 33B)
SYDNEY
13