7.2. Eventuele storingen en oplossingen.
Storing
De machine gaat niet
aan.
De machine vult niet.
Knippen was
programma lampje( A)
Knipperen temp lampje
(Q)
Knipperen van alle
programmalampjes
P,O,N, en machine wil
niet starten
Het wasresultaat is
onvoldoende.
Het droogresultaat is
onvoldoende.
Op het vaatwerk zijn
strepen en vlekken
zichtbaar.
Tijdens het programma
stopt de machine en
gaat niet meer verder.
Pagina 22 van 28
Mogelijke oorzaak
• Er is geen spanning aanwezig.
• De aan/uit schakelaar staat uit.
• De kraan staat dicht.
• De deur is niet dicht.
• Het inlaatfilter zit verstopt met vuil.
• De niveauregelaar is defect.
Wastank wordt niet gevuld binnen 5 minuten.
Water wordt niet verwarmd binnen 5 min.
(alleen bij machines met thermostop aan)
Er is geen programma geselecteerd
• De waskoppen zitten verstopt of de
wasarmen draaien niet rond.
• De concentratie zeepmiddel is onvoldoende
• Het waspompfilter is vuil
• De glansmiddeldosering is onvoldoende of
de voorraadtank is leeg.
• Het vaatwerk is te lang in de machine
gebleven.
• De temperatuur van het
naspoelwater is te laag.
• Er wordt teveel glansmiddel gedoseerd.
• Het water bevat teveel kalk.
• Er is te weinig zout in het zoutreservoir*.
• Er zit zout in de wastank*.
* alleen machines met ingebouwde
waterontharder
• De machine is aangesloten op
een overbelaste groep.
• De zekering in de groepenkast
Is doorgebrand.
Oplossing
• Schakel de spanning in.
• Zet de aan/uit schakelaar aan.
• Open de toevoerkraan.
• Sluit de deur.
• Reinig het filter van het inlaatventiel.
• Schakel de technische dienst in.
Controleer of de waterkraan open staat
Controleer of de overlooppijp goed
geplaatst is.
Schakel de machine uit en aan om het
alarm te resetten.
Boiler thermostaat of element is defect.
Controleer deze of bel de service dienst
Schakel de machine uit en aan om het
alarm te resetten.
Selecteer een programma
• Reinig de wasarmen en de
waskoppen.
• Voeg extra zeepmiddel toe.
• Reinig het pompfilter.
• Stel de juiste dosering in en controleer
de of er voldoende voorraad is.
• Haal het vaatwerk direct uit de
machine na elk programma.
• Controleer de temperatuur
van de boilerthermostaat.
• Verminder de glansmiddel dosering.
• Controleer de hardheid.
• Vul het zoutreservoir en regenereer
wat vaker.
• Reinig de wastank goed. Voorzichtig
met het vullen van het zoutreservoir dat
geen zout wordt gemorst.
• Sluit de machine aan op een aparte
groep.
• Controleer en vervang de zekering.
DR50i Rev 2.0