Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van De Maaimachine; Bedieningsorganen; Vóór Het Maaien; Starten - Hayter Harrier 56 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Harrier 56:
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE

Bedieningsorganen

Probeer alle bedieningsbeugels een paar keer en controleer
of de kabels onbelemmerd kunnen bewegen. Controleer
of de motorstopbeugel en de koppelingsbeugel van de
rijaandrijving onbelemmerd terugkeren naar hun rustpositie
als u deze loslaat. (Zie fi g. 7)
BELANGRIJK: Om beschadiging van de kabel te
voorkomen, mag u de toerentalregelaar alleen gebruiken
terwijl de motor draait.
Vóór het maaien
Om ongelukken te voorkomen, moet u het terrein
grondig controleren en alle voorwerpen verwijderen die
bij contact met het maaimes gevaarlijke projectielen
kunnen worden. Controleer het terrein op verborgen
obstakels die bij contact met het maaimes een risico voor
de gezondheid en de veiligheid kunnen vormen of schade
kunnen toebrengen aan de maaimachine. Onthoud waar
deze obstakels zich bevinden en maai eromheen.
(Zie fi g. 9)

Starten

Zorg dat de brandstofafsluitklep 'AAN' staat voordat u uw
maaier voor het eerst probeert te starten. (Zie fi g. 10)
Ga achter de maaimachine staan en houd met uw linkerhand
de motorstopbeugel tegen de duwboom aan. Houd met uw
Fig. 9
Fig. 8
rechterhand de startgreep vast en trek deze langzaam uit
totdat u weerstand voelt. Trek daarna snel aan de startgreep
om de motor te starten en laat de startgreep voorzichtig
terugkeren in de uitgangsstand als de motor aanslaat.
(Zie fi g. 11)
Als de motor na 3 tot 5 pogingen niet start, raadpleeg dan
'Problemen verhelpen'.
U moet de motorstopbeugel stevig tegen de duwboom
houden om de motor te starten en draaiende te houden. Als
u de motorstopbeugel loslaat, zal de motor afslaan.
Om schade te voorkomen, mag u nooit aan de startgreep
trekken als de motor loopt.
Elektrisch startsysteem
(Uitsluitend code 561)
Zorg dat de brandstofafsluitklep 'AAN' staat voordat u uw
maaier voor het eerst probeert te starten. (Zie fi g. 10)
Ga achter de maaimachine staan en houd de
motorstopbeugel tegen de duwboom aan. Draai het
contactsleuteltje naar links en houd dit in deze stand om
de motor te starten. Laat het sleuteltje los zodra de motor
aanslaat. (Zie fi g. 12)
Opmerking: Als u de motor meer dan 15 seconden
achtereen probeert te starten zonder daarna 1 minuut te
wachten, kan de startmotor schade oplopen.
Fig. 10
Fig. 11
8
Indien nodig kan de motor met de hand worden gestart
zonder het contactsleuteltje te gebruiken. Om schade
aan de motor te voorkomen, mag u het contactsleuteltje
niet gebruiken als de motor loopt.

Vooruitrijden

Houd de duwboom vast en gebruik de koppelingsbeugel van
de rijaandrijving om de maaimachine vooruit te laten rijden.
(Zie fi g. 13)
Als de koppelingsbeugel van de rijaandrijving is
uitgeschakeld, kan de maaimachine worden geduwd. Dit is
handig als u een kleine oppervlak moet maaien.
De rijsnelheid kan worden ingesteld met behulp van de
toerentalregelaar. Duw de toerenregelaar naar voren om de
snelheid te verminderen en trek deze naar achteren om de
snelheid te verhogen.
Om beschadiging te voorkomen mag u de hendel alleen
gebruiken als de motor draait.
Als u de motorstopbeugel loslaat, zal de motor afslaan.

Achteruitrijden

Laat de koppelingsbeugel van de rijaandrijving los. Hou
de duwboom vast en trek er met beide handen aan om de
maaier om te keren.
Fig. 12
Fig. 13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

560561313000001

Inhoudsopgave