• Sluit ritssluitingen, naai losse knopen
vast en herstel losse naden en scheur-
tjes.
• Was alleen wollen stukken met de ken-
tekening „wasbaar in de machine"
resp. „machinewas" of „handwas" –
en alleen met de overeenkomstige
programma's.
• Nieuwe bonte kledingstukken moeten
afzonderlijk worden gewassen daar
deze sterk kunnen afgeven.
• Sterk vervuilde kledingstukken moeten
voor het wassen worden behandeld.
In geval van twijfel raadpleegt u een
drogist of een wasserette.
• Gebruik alleen kleur- resp. ontkleur-
middelen en ontkalker die geschikt
zijn voor de wasmachine. Volg de aan-
wijzingen op de verpakking!
• Jeans en gevoelige kledingsstukken
wast u binnenstebuiten.
• Leg kledingsstukken uit angorawol
voor het wassen een paar uur in het
diepvriesvak – daardoor gaan ze ach-
teraf minder pluizen.
De juiste lading
• De maximale lading is afhankelijk van
de aard van het wasgoed, de vervui-
ling en het gewenste wasprogramma.
Wasmiddelen en wasverzachters
De wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakjes:
– linker kamer ( II) voor hoofdwas
– middenste kamer voor wasverzachter
– rechter kamer ( I) voor voorwas
Volg de aanwijzingen in de „Program-
matabel"!
Een te volle trommel heeft een nega-
tieve invloed op het wasresultaat.
3
Probeer steeds de maximale lading te
benutten.
De deur
De deur is vergrendeld tijdens het verloop
van een programma. Het symbool
>Deurslot< 22 zal oplichten. U kunt de
deur openen wanneer het symbool
>Deurslot< dooft .
• Trek aan de deuropener om de deur te
openen.
• Leg het wasgoed losjes in de trommel.
Voeg wasmiddel toe indien nodig (in een
ecozakje of een doseerbal).
• Duw de deur stevig dicht tot u hoort dat
hij op zijn plaats klikt. Zorg ervoor dat er
geen kledingstukken geklemd worden door
de deur.
• Doe het wasmiddel en de wasverzach-
ter altijd voor de programmastart in
de machine.
A
Open de wasmiddellade nooit terwijl
er een wasprogramma loopt!
Hulpmiddelen voor het doseren
van wasmiddel
Bij programma's zonder voorwas kunt u
het wasmiddel in een wasmiddelzakje of
een doseerbal direct in de trommel leg-
gen.
Vloeibare wasmiddelen
Houd bij het gebruik van vloeibare of gel-
vormige wasmiddelen rekening met het
volgende.
10
22