Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatorregeling; Relatieve Vochtigheid - Theben AMUN 716 KNX Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Omgevingsluchtsensor AMUN 716 KNX

4.3 Ventilatorregeling

Bij de ventilatorregeling met percentages moet men op het volgende letten:
Amun zendt voor elke drempel een percentage als stelwaarde.
In de Fan Coil-actor wordt deze stelwaarde (volgens de daar ingestelde drempelwaarden) als
ventilatorstand tussen 0 en 3 overgenomen.
Belangrijk: de gezonden stelwaarde dient altijd iets hoger te zijn dan de ingestelde
drempelwaarde van de Fan Coil-actor.
Voorbeeld:
Drempelwaarde voor
ventilatorstand
1
2
3
Wordt met behulp van de knop de ventilatorstand 2 geselecteerd, dan zendt het betreffende
object
(obj. 9 resp. 19) de stelwaarde 50 %.
Omdat de drempelwaarde voor stand 2 in de Fan Coil-actor op 40 % is ingesteld, wordt de
ontvangen stelwaarde van 50 % ondubbelzinnig aan de ventilatorstand 2 toegewezen en door
de ventilator overgenomen.

4.4 Relatieve vochtigheid

De relatieve vochtigheid is een maat voor de verzadiging van de lucht met waterdamp.
Deze wordt als verhouding ten opzichte van de maximale opnamehoeveelheid bij de
betreffende temperatuur uitgedrukt.
Voorbeeld: een relatieve luchtvochtigheid van 60 % betekent dat de lucht met 60 % van de
maximaal opneembare waterdamphoeveelheid is verzadigd.
Bij 100 % is de lucht volledig verzadigd en kan geen extra vochtigheid meer opnemen.
Overschrijdt de aanwezige waterdamphoeveelheid deze 100 %-grens, dan ontstaat
condenswater resp. nevel.
Het opnamevermogen van de lucht voor waterdamp is temperatuurafhankelijk.
Warme lucht kan meer waterdamp opnemen dan koude lucht.
Stand: jan-17 (wijzigingen voorbehouden)
Ingestelde waarden bij
Amun 716
20 %
50 %
80 %
theben
Aanbevolen waarden
voor FCA 1
10 %
40 %
70 %
Pagina 29 van 30

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

716 9 200

Inhoudsopgave