10.
Plaats de nieuwe WLAN-module stevig in het voetje (1) op de systeemkaart en bevestig de module
vervolgens op de systeemkaart met behulp van de meegeleverde schroef (2). Zorg ervoor dat het label
op elke antenne overeenkomt met de desbetreffende connector op de WLAN-module en bevestig de
antennekabels (3) op de connectoren.
OPMERKING:
Een WLAN-module kan slechts in één stand worden geïnstalleerd.
11.
Plaats, afhankelijk van uw model, de vasteschijfhouder of de grafische processor terug.
Voor modellen met een vaste schijf:
a.
Plaats de vastschijfhouder in de behuizing en schuif deze daarna naar voren (1). Plaats de twee
schroeven (2) die de vastschijfhouder op de behuizing bevestigen en sluit vervolgens de
vasteschijfkabel (3) aan op de systeemkaart. Bevestig de kabel door de klem van de
vasteschijfkabel (4) op de connector van de systeemkaart te bevestigen.
De WLAN-module vervangen
29