De notebook INSCHAKELEN
Wanneer u de notebook INSCHAKELT verschijnt het bericht voor het
INSCHAKELEN op het scherm. Indien nodig, kunt u de helderheid
met behulp van de sneltoetsen aanpassen. Als u de BIOS-instelling
moet uitvoeren om de systeemconfiguratie in te stellen of te
wijzigen, drukt u tijdens het opstarten op [F2] om de BIOS Setup
te openen. Als u tijdens de weergave van het splash-scherm op
de toets [Tab] drukt, kunt u de standaard opstartinformatie zoals
de BIOS-versie, weergeven. Druk op [ESC] en een opstartmenu
met de selecties van de beschikbare stations waarvan kan worden
opgestart, wordt weergegeven.
Vóór het opstarten zal het beeldschermpaneel knipperen
wanneer de voeding is INGESCHAKELD. Dit maakt deel uit van
de testroutine van de notebook en wijst niet op een probleem
met het beeldscherm.
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd
minstens 5 seconden wachten nadat u uw notebook hebt
UITGESCHAKELD voordat u het apparaat opnieuw INSCHAKELT.
WAARSCHUWING! Draag of bedek een ingeschakelde
notebook NIET met materiaal, zoals een draagtas, waardoor de
luchtcirculatie verhinderd wordt.
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test, POST)
Wanneer u de notebook INSCHAKELT, worden eerst een reeks
softwarematig bestuurde diagnostische tests uitgevoerd. Dit proces
wordt POST (Power-On Self Test) genoemd. De software die de POST
bestuurd wordt geïnstalleerd als een permanent onderdeel van de
architectuur van de notebook. De POST bevat een record van de
hardwareconfiguratie van de notebook. Deze record wordt gebruikt
om een diagnostische controle van het systeem uit te voeren. Deze
record wordt gemaakt door gebruik te maken van het programma
BIOS Setup. Als de POST een verschil tussen de record en de
bestaande hardware ontdekt, wordt een bericht weergegeven op
het scherm met de vraag het conflict op te lossen door BIOS Setup
uit te voeren.
Gebruikershandleiding notebook
25