Home >
Problemen oplossen
overige problemen
Problemen met scannen en overige problemen
Problemen met scannen
Probleem
Tijdens het scannen
verschijnen TWAIN- of
WIA-fouten. (Windows)
TWAIN-fouten worden
weergegeven als het
scannen wordt gestart.
(Mac)
Het gescande beeld
vertoont verticale
strepen.
Het gescande beeld
ontbreekt.
Het gescande beeld is
scheef.
(ADS-4700W/
ADS-4900W)
Het gescande beeld is
scheef.
Het scannen verloopt te
langzaam.
>
Als u problemen hebt met het apparaat
Oorzaak
Het stuurprogramma voor TWAIN of
WIA is niet als primaire bron
geselecteerd in uw scantoepassing.
Het stuurprogramma voor TWAIN is
niet als primaire bron geselecteerd in
uw scantoepassing.
Er hebben zich papierresten
opgehoopt op het oppervlak van de
glazen stroken.
De papiergeleiders zijn niet ingesteld
op de breedte van het document.
De instellingen zijn niet geschikt voor
het document. Er is bijvoorbeeld een
Letter-/A4-document ingevoerd terwijl
Executive/A5 is geselecteerd als
documentgrootte.
-
Als u een vooraf gedefinieerde
documentgrootte gebruikt, kan een
scheef document niet automatisch
worden gecorrigeerd.
De papiergeleiders zijn niet ingesteld
op de breedte van het document.
De instelling Lang papier is
geselecteerd.
Het document is omgekruld.
De resolutie is niet geschikt voor het
document.
> Problemen met scannen en
Suggesties
Zorg ervoor dat het stuurprogramma voor TWAIN
of WIA van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Bijvoorbeeld: in
™
™
Nuance
PaperPort
14SE klikt u op
Scaninstellingen > Selecteren.... Selecteer het
Brother TWAIN/WIA-stuurprogramma.
Zorg ervoor dat het stuurprogramma voor TWAIN
van Brother als primaire bron in uw scantoepassing
is geselecteerd.
Reinig de glazen stroken aan de binnenzijde van
het apparaat.
uu Verwante informatie: De scanner en de rollen
reinigen
Stel de papiergeleiders in op de breedte van het
document. Als het scanformaat is ingesteld op
Automatisch en u een document scant dat uit
verschillende papierformaten bestaat, dan moet u
smalle pagina's recht invoeren, zo dicht mogelijk bij
het midden van het apparaat. Als het document
niet recht wordt ingevoerd, gebruik dan de optie
voor continu scannen.
Controleer of de instellingen voor de
documentgrootte geschikt zijn voor het document.
Configureer de marge-instellingen en pas de
scanpositie aan.
Configureer de marge-instellingen en pas de
scanpositie aan.
Selecteer Auto voor Documentgrootte.
Stel de papiergeleiders in op de breedte van het
document. Als het scanformaat is ingesteld op
Automatisch en u een document scant dat uit
verschillende papierformaten bestaat, dan moet u
smalle pagina's recht invoeren, zo dicht mogelijk bij
het midden van het apparaat. Als het document
niet recht wordt ingevoerd, gebruik dan de optie
voor continu scannen.
Selecteer een andere instelling dan Lang papier.
Maak het omgekrulde document recht en start het
scannen opnieuw.
Verlaag de scannerresolutie.
236