RT-CA1112
NL
Zenders handmatig zoeken
Om zenders handmatig in te stellen, drukt u de 5-weg multifunctietoets ca. 3 seconden naar
rechts of naar links. In het display verschijnt „MANUAL". Druk nu de 5-weg multifunctietoets
naar rechts om de frequentie te verhogen, of naar links om de frequentie te verlagen, totdat
de gewenste frequentie in het display verschijnt. Daarbij verandert de frequentie in het FM-
bereik in stappen van 50 kHz. Als er ca. 7 seconden niets wordt ingegeven, schakelt het
apparaat weer terug op de automatische zenderscan. In het display verschijnt „AUTO". Bij
geopend beeldscherm hebt u op het schermtoetsenbord bovendien nog de beschikking over
de toetsen
en
voor het wijzigen van de frequentie. Ook hier kunt u handmatig zoeken
door een van de toetsen
en
3 seconden ingedrukt te houden. In het betreffende veld
verschijnt MANUAL. Als er ca. 7 seconden niets wordt ingegeven, schakelt het apparaat
weer terug op de automatische zenderscan. In het betreffende veld op het beeldscherm
verschijnt weer „AUTO".
Zenders opslaan onder de stationstoetsen
Met de stationstoetsen „1", „2", „3", „4", „5" en „6" kunt u op ieder niveau van het
golflengtebereik (b.v. „FM1", „FM2" of „FM3") telkens 6 programma's vastleggen. U kunt de
zender opslaan door de betreffende zender met de scanfunctie te kiezen of handmatig. Om
de zender op te slaan houdt u een van de toetsen „1", „2", „3", „4", „5" of „6" zo lang ingedrukt
totdat het geluid van de radio even wegvalt. De zender is nu onder de door u gekozen
stationstoets opgeslagen. Houd bij geopend beeldscherm de vinger zo lang op het
betreffende zenderveld totdat de weergave even wordt onderbroken. De zender is nu op de
betreffende positie opgeslagen.
Zenders opslaan met de automatische zenderscanfunctie
De automatische zenderscanfunctie zoekt naar de sterkste zenders en slaat die op onder de
stationskeuzetoetsen „1" - „6". U kunt de scanfunctie starten door de „P.SCAN"-toets langer
dan 2 seconden ingedrukt te houden. De zenderscan zet nu een zender op alle
stationsplaatsen op het huidige niveau van het gekozen golflengtebereik, voor zover er
genoeg zenders met voldoende ontvangstkwaliteit beschikbaar zijn. Als de scan is beëindigd
krijgen de opgeslagen zenders automatisch de zendernamen toegewezen en de op
stationsplaats „1" opgeslagen zender is te horen. Het apparaat laat nu kort achter elkaar alle
zenders even horen en blijft dan staan op de zender van stationstoets „1". Bij geopend
beeldscherm kunt u deze functie bedienen met het PSCN-veld
Opgeslagen zenders oproepen
U kunt de opgeslagen zenders oproepen door met de „BAND"-toets het gewenste
golflengtebereik, b.v. „FM1" te kiezen. Door vervolgens op een van de zes stationstoetsen te
drukken kunt u naar de daar opgeslagen zender luisteren. Hetzelfde geldt als het
beeldscherm geopend is.
Opgeslagen zenders controleren
Bij deze functie worden de onder de stationstoetsen opgeslagen zenders van een
golflengtebereik voor ongeveer 5 seconden weergegeven. U kunt de controle starten door
even op de „P.SCAN"-toets te drukken. In het display lichten na elkaar de stationsplaatsen
„1" - „6" op en de betreffende zenders worden even weergegeven. Bij geopend beeldscherm
heeft de momenteel hoorbare stationsplaats een oplichtende achtergrond en in het display
verschijnt PRESET. Ook hier heeft u weer de beschikking over het PSCN-veld. Om bij de
momenteel hoorbare zender te blijven, drukt u nogmaals op de „P.SCAN"-toets c.q. het
PSCN-veld. De laatst weergegeven zender blijft dan ingesteld. Als er tot het einde van de
scan niets wordt ingegeven, speelt het apparaat de eerste zender van het betreffende niveau
(b.v. F1 c.q. FM1) af.
Pagina 17 van 40 paginas