7.1 Voedingsspanning
Afhankelijk van het stroomverbruik van de unit en het aanwezige elektrische systeem kan het
•
nodig zijn om minstens één nieuw stroomcircuit aan te leggen.
Als onderdeel van de permanente installatie van het apparaat moet een voorzekering en
•
veiligheidsschakelaar worden aangebracht. De voorzekering en veiligheidsschakelaar maken
geen deel uit van de levering door Airmaster.
De toegestane lekstroom per unit moet in aanmerking worden genomen als er meer dan één unit
•
wordt geïnstalleerd.
De voedingskabel moet de juiste afmetingen hebben. Er moet rekening worden gehouden met
•
de omstandigheden op de installatielocatie.
De installateur is er verantwoordelijk voor dat alle kabels die voor de installatie gebruikt worden,
•
op de juiste lengte zijn ingesteld en passen.
Eventuele optionele onderdelen, sensoren en schakelaars moeten worden gemonteerd voordat
•
de voedingsspanning wordt aangesloten.
De opening voor de voedingskabel zit in de rechterbovenhoek, zie Afbeelding 4 hieronder.
Afbeelding 5 hieronder is een afbeelding van een AMX 4-unit met verwijderde zijplaat. De voedingskabel moet worden
aangesloten op het aansluitblok aan de onderzijde, zie Afbeelding 6.
VOORZICHTIG
Afbeelding 4: Ingang voedingskabel en kabelwartel
Afbeelding 5: AMX 4 met verwijderde zijplaat
12/20
Kabelwartel