1. Inleiding Toetsen Deze draadloze thermostaat is uitgerust met 8 bedieningstoetsen: COMF/ECON, , , PROG, OK, __, SET en een interne RESET-knop. Toetsen Functies Selecteert voorgeprogrammeerde comfortabele temperatuur COMF/ECON (COMF), energiezuinige temperatuur (ECON) vorstbeveiligingstemperatuur (Defrost) Stelt de gewenste voorgeprogrammeerde temperatuur in Annuleert programmaonderdrukking/selecteert programma in de PROG programmeermodus...
Pagina 4
Reset Wanneer de RESET-toets wordt ingedrukt, wordt een harde reset uitgevoerd op de thermostaat. Een zachte reset vindt plaats wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld. Standaardwaarden voor COMF-, ECON- en verlagingstemperatuur: Als het systeem is ingesteld op verwarmen: Als het systeem is ingesteld op koelen: COMF: 21,0 °C (70 °F) COMF: 24,0 °C (75 °F) ECON: 19,0 °C (66 °F)
Pagina 5
Programmadag 5 – 2 of 7 – dagen afhankelijk van de optie Programmadag Programmaprofiel Resetten naar standaard (zie 5.1.3) Opgeslagen in EEPROM Programma Alle dagen worden teruggezet naar Opgeslagen in EEPROM Programma 1 Programmaonderdrukking Alles wordt gewist Systeem Modus Verwarmen of Koelen afhankelijk van optie Systeem Bedieningsmodus –...
2. Technische kenmerken 2.1. Verwarmingssysteem 2.1.1. Pulsbreedtemodulatie (PWM – pulse width modulation) Deze draadloze thermostaat biedt een regeling op basis van pulsbreedtemodulatie. Dit houdt in dat de ingestelde temperatuur op een nauwkeurige en eenvoudige wijze kan worden gehandhaafd. In geval van vloerverwarming wordt de openingstijd voor de klepaandrijving gereguleerd door de ingestelde temperatuur continu te vergelijken met de werkelijke temperatuur.
2.1.3. Vorstbeveiliging De thermostaat kan worden gebruikt voor vorstbeveiliging. Nadat deze functie is ingeschakeld, wordt de ingestelde temperatuur 5 °C (41 °F). Om de vorstbeveiligingsfunctie in te schakelen, moet u de toets COMF/ECON gedurende 1,5 seconde ingedrukt houden. Het vorstbeveiligingssymbool verschijnt om aan te geven dat de vorstbeveiligingsfunctie is geactiveerd.
Pagina 9
LCD-indicaties Functie Indicatie voor dag van de week Geeft de dag van de week aan Klokweergave Geeft de klok, tijd en andere informatie weer Temperatuurweergave Geeft de kamertemperatuur, insteltemperatuur en andere informatie weer Indicatie temperatuurschaal "°C" voor Celsius / "°F" voor Fahrenheit Programma-indicatie Geeft aan dat de thermostaat in de programmeermodus staat en geeft de instelling weer...
Pagina 10
Vorstbeveiligingssymbool Geeft aan dat de huidige insteltemperatuur betrekking heeft op de vorstbeveiligingsinstelling Verlagingssymbool Geeft aan dat de huidige insteltemperatuur betrekking heeft op de verlagingsinstelling Verwarmingsmodussymbool Geeft aan dat de thermostaat in de verwarmingsmodus staat Koelmodussymbool Geeft aan dat de thermostaat in de koelmodus staat/Een roterende ventilator wordt getoond als het koelsysteem is ingeschakeld/In de Uit-modus knipperen de buitenste cirkel en de stip in het midden.
4. Verwarmen/Koelen 4.1. Verwarmen Wanneer de thermostaat wordt gebruikt voor het regelen van een verwarmingssysteem, zal het verwarmingssymbool worden weergegeven. Het verwarmingstoestel zal worden ingeschakeld wanneer de kamertemperatuur lager is dan de insteltemperatuur, waarna het verwarmingssymbool zal oplichten. De rode LED op de externe voedingseenheid zal gaan branden om aan te geven dat het verwarmingstoestel is ingeschakeld.
5. Programmeren 5.1. De tijd & dag instellen 1. In de normale modus houdt u de toets SET 4 seconden ingedrukt totdat de indicatie "C" (Clock – Klok) op het display verschijnt. 2. Laat de toets SET los om de klokinstelmodus te activeren, waarna de klok zal bevriezen en de stip in het midden niet meer zal knipperen.
Pagina 13
Wanneer de optie Programmadag is ingesteld op "5 – 2" kunt u de volgende dagen selecteren: "MON – FRI" (ma – vr), "SAT – SUN" (za – zo) en "MON – SUN" (ma – zo). De bijbehorende programmeergegevens worden weergegeven. 4.
Pagina 14
worden de programma's voor alle dagen van de groep teruggezet naar de standaardinstelling (Programma 1). Druk op OK of wacht 15 seconden om terug te keren naar de normale modus. Opmerking: de aanwezigheid van de zwarte stip geeft aan dat het geselecteerde uur is ingesteld voor de COMF-modus.
Programma 7 – "Halve werkdag 2" Programma 8 – "Twee perioden" Programma 9 – "Geheel ECON" 5.3. De insteltemperatuur bekijken en aanpassen Het symbool voor de COMF-modus is , voor de energiezuinige ECON-modus is dit In de normale bedieningsmodus kan de regeltemperatuur worden ingesteld. 1.
Pagina 16
6. Wanneer u de toets COMF/ECON gedurende 1,5 seconde ingedrukt houdt in geval van een verwarmingstoepassing, zal de insteltemperatuur voor de vorstbeveiligingsfunctie worden geactiveerd. De insteltemperatuur voor vorstbeveiliging is altijd 5,0 °C / 41 °F en kan niet worden gewijzigd. De temperatuuraanduiding zal niet knipperen en er zal niets wijzigen wanneer u op drukt.
5.4. Programmaonderdrukking Programmaonderdrukking is een functie in de normale modus waarbij de insteltemperatuur van het programma tijdelijk wordt gewijzigd. Er zijn 3 typen programmaonderdrukking. Wanneer de programmaonderdrukking actief is, zal de bijbehorende indicatie knipperen. 5.4.1. Tijdelijke programmaonderdrukking 1. Druk op de toets __ om te schakelen tussen de normale insteltemperatuur en de verlagingstemperatuur in verwarmingstoepassingen;...
5.4.2. Timer/permanente onderdrukking 1. Vanuit de normale modus houdt u de toets SET maximaal 3 seconden ingedrukt totdat de indicatie "O" (Onderdrukken) op het display verschijnt. 2. De huidige insteltemperatuur en de onderdrukkingstijd worden weergegeven. De onderdrukkingstijd knippert. Als er nog niet eerder een onderdrukking is ingesteld (programmaregeling) zal "00h" worden weergegeven en verdwijnt het onderdrukkingssymbool.
Pagina 19
5. Druk op __ om de verlagingsfunctie te activeren (bij verwarmen) of de Uit-modus te activeren (bij koelen). Houd de COMP/ECON 1,5 seconde ingedrukt om de vorstbeveiligingstemperatuur te selecteren (alleen bij verwarmen). Druk op OK of wacht 10 seconden om terug te keren naar de normale modus.
6. Installatie Deze elektronische thermostaat moet worden geïnstalleerd door een erkende, gekwalificeerde technicus overeenkomstig het bedradingsschema. De installatie moet ook worden uitgevoerd volgens de voorschriften van het relevante elektriciteitsbedrijf. Alleen de voedingsregeling (externe voedingseenheid) hoeft te worden geïnstalleerd. Om de kamertemperatuur nauwkeurig te kunnen bewaken en regelen, moet de externe voedingseenheid worden geïnstalleerd op een geschikte plaats.
7. Basisinstellingen Klemmen Op de externe voeding bevinden zich vijf klemmen, die worden gebruikt om de voedingsbron en het te regelen toestel aan te sluiten. Klem Functie Common Maak contact (NO – normaal open) Verbreek contact (NC – normaal gesloten) Bedradingsschema Sluit de systeemdraden aan op de klemmen volgens onderstaand bedradingsschema.
8. Specificaties 135 (B) x 105 (H) x 32 (D) mm Afmetingen Polycarbonaat (PC) Materialen 300 g Gewicht Alkaline AA 1,5 V x 2 Batterij voor zender: ~ 230 V AC / 50 Hz Voeding externe voedingseenheid: Uitgangsvermogen externe ~ 3(1) A / 230 V AC voeding: 10-35 °C Bereik temperatuurregeling...