Selecteer welke handelingen naar
de ARC verstuurd wordt
Definieer de vertraging voordat de
gegevens opnieuw naar een ARC
wordt verstuurd
ARC communicatie controle
periode
(De tijd die verstreken is na het
laatste communicatie voordat er een
periodieke controle moet worden
uitgevoerd)
Activeren ARC doormeldingen
(ARC2 is een back-up voor ARC1)
Opslaan van rapportage naar een
ARC in het geheugen van de
centrale
Geef een ARC communicatie fout
weer als een rapportage niet
succesvol is ontvangen door een
ARC binnen 110 seconden na
verzenden.
ARC instellingen vergrendelen
Deze parameters hebben effect op de rapportage naar een ARC en kunnen onmogelijk veranderd worden als de ARC instellingen zijn vergrendeld.
* Deze parameters kunnen niet gewijzigd worden via het bedieningspaneel, wel met SMS instructie of ComLink software.
5.1. Programmeren telefoon nummers voor rapportage naar
telefoons
Zie hoofstuk 4.
5.2. Selectie van rapportage die verstuurt worden naar telefoons
De standaard lijst van doormeldingen en bijbehorende positie in het
geheugen M1 tot M8 kan als volgt worden gewijzigd.
Lijst met handelingen die kunnen worden doorgemeld naar een telefoon en hun standaard instelling per programmeerbaar nummer.
ec
Handeling
01
Inbraak alarm - direct
02
Inbraak alarm - vertraagd
03
Rook alarm
04
Paniek alarm
05
Te vaak een foute code ingetoetst
06
Alarm nadat de centrale aangezet wordt
07
Sabotage alarm
08
Einde sabotage alarm
09
Einde van alarm indicatie
10
Alarm geannuleerd door een gebruiker
11
Inschakelen
12
Uitschakelen
13
Gedeeltelijke inschakeling
14
Ingeschakeld zonder code
15
Externe communicatie fout
16
Externe communicatie herstel
17
Fout
18
Fout niet meer aanwezig
19
230V afwezig langer dan 30 minuten
20
230V afwezig
21
230v hersteld
22
Lege batterij in systeem
23
Batterij OK
24
Systeem in Service Mode
25
verlaten Service Mode
26
PGX AAN/UIT
27
PGY AAN/UIT
The JA-80V LAN / PSTN line communicator
x=0 CID, x=1 SMS CID, x=2 IP CID
a=1 ARC1, a=2 ARC2
ec nummer gebeurtenis (zie Fout!
05 a ec x
Verwijzingsbron niet gevonden.)
x=1 stuur door, x=0 stuur niet dor
a=1 ARC1, a=2 ARC2
06 a x
x=0 to 9 min. (0=direct zonder vertraging)
a=1 ARC1, a=2 ARC2
07 a hhmm
hhmm = Uur en minuten na het laatste rapport
a=1 ARC1, a=2 ARC2
x=0 geen rapportage, x=1 rapportage
00 a x
ingeschakeld, x=2 (alleen voor ARC2) = ARC2
is een back-up voor ARC1
x=0 nee (Slaat alleen ARC communicatie fout
op, als communicatie controle aan staat)
08 x
x=1 ja (Alle rapportage behalve communicatie
controle)
x=0 nee
09 x
x=1 ja
xx..x = Een door een installateur ingevoerde
sleutel (4 tot 8 cijfers). Invoeren van deze code
en verlaten van de service stand zal de ARC
901 xx..x 0
instellingen vergrendelen.
9010 verwijdert de sleutel (= permanent
ontgrendeld)
1
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
Ontgrendelen van de ARC instellingen
900 xx..x 0
xx..x = sleutel gebruikt bij het invoeren met 901
ARC instellingen kunnen tijdelijk ontgrendeld
worden door in de service stand deze reeks in
te voeren. Bij het verlaten van de service stand
worden de instellingen weer vergrendeld.
De complete lijst van mogelijke doormeldingen staat in
onderstaand tabel.
Het is mogelijk om te selecteren of een doormelding alleen via
SMS, alleen via een oproep of en SMS gevolgd door een oproep.
Elke doormelding heeft een eigen standaard SMS tekst. Deze
teksten kunnen aangepast worden (zie 5.3). Het geluid van de
sirene bij een oproep kan niet worden aangepast (bv. een
alarmsituatie wordt aangegeven door een sirene als U de
telefoon opneemt)
Telefoonnummer op geheugenplaats M
2
3
4
S
SO
SO
S
SO
SO
S
SO
SO
S
SO
SO
S
SO
SO
S
SO
SO
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
- 4 -
Alle gebeurtenissen worden doorgestuurd
1 minuut
2400 (24 uur na laatste rapport)
Geen ARC rapportage
ja
nee
Ontgrendeld
5
6
7
SO
SO
O
SO
SO
O
SO
SO
O
SO
SO
O
SO
SO
O
SO
SO
O
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
MFJ55200_OS1
8
S
S
S
S