Bedrijfslimieten:
Warmtedrager : Water
Watertemperatuur : 5~65°C
Maximale waterdruk : 16 bar
Luchttemperatuur : (zie hieronder)
Koelapparaat
Temperatuur
Minimale
binnentemperatuur
Maximale
binnentemperatuur
Minimale
buitentemperatuur
Maximale
buitentemperatuur
• Het binnenmodule heeft voorgestanste luchtinlaat- en een luchtuitlaatgaten om een luchtcirciut aan te sluiten. Het luchtuitlaatkanaal
kan echter slechts op één zijde aangesloten worden.
• Het gebruik van een luchtcircuit voor de luchtuitlaat verbetert de luchtverdeling, indien deze behinderd wordt door obstakels (bv.
een verlichting) of in een lange smalle of L-vormige kamer. Het is ook praktisch, wanneer de airconditioner tegelijkertijd voor
twee kamers benut wordt.
Mogelijke richting voor luchtuitlaat en -inlaat
Luchtuitstroming
Luchtuitstroming
Opmerking:
• Vermijdt het gebruik van een luchtcircuit, waarvan het luchtuitlaatrooster compleet gesloten kan worden, om te voorkomen
dat de verdamper bevriest.
• Om condensvorming te voorlomen, moet u bij de installatie van de luchtkoker ervoor zorgen, dat voldoende tegen hitte
geiïsoleerd wordt en geen koude lucht uitlekken kan.
• Houdt de toevoer van frisse lucht binnen 20% van de totale luchtstroom. Installeer een kast met een extra ventilator.
Afdichtingsmateriaal
• Het is mogelijk één van de vier luchtuitlaatopeningen af te dichten.(wanneer u twee of meer uitlaatopeningen afdicht kunnen
hierdoor storingen veroorzaakt worden).
• Verwijder het voorpaneel en doe het afdichtingsmateriaal in de luchtuitlaatopening van het binnenmodule, om de luchuitlaat af te
dichten.
• Het afdichtingsmateriaal moet dezelfde lengte hebben als de langste luchtuitlaatopening. Wanneer u de korte luchtuitlaatopening
wenst af te dichten, moet u het dichtingsmateriaal op lengte snijden.
• Duw het afdichtingsmateriaal naar binnen, tot ongeveer 10 mm van de onderkant van het binnenmodule, zodat het niet in contact
komt met de luchtlamellen.
• Vergewist u zich, dat u het materiaal niet meer dan 10mm naar binnen heeft geduwd.
Indien tijdens het bedrijf de stroom uitvalt, hervat het apparaat automatisch in dezelfde bedrijfsfunctie, zodra de
stroomvoorziening weer hersteld is.
WERKINGSBEREIK
Ts °C/°F
Th °C/°F
16,0 / 60,8
11,0 / 51,8
32,0 / 89,6
23,0 / 73,4
16,0 / 60,8
-
46,0 / 114,8
-
TOEBEHOORDELEN
Luchtuitstroming
Luchtinlaat
Luchtuitstroming
AUTOMATISCHE TOEVALSFUNCTIE VOOR HERSTART
Warmtepomp
Temperatuur
Minimale
binnentemperatuur
Maximale
binnentemperatuur
Minimale
buitentemperatuur
Maximale
buitentemperatuur
Ts: Droge boltemperatuur
Mogelijke afmeting aansluitopeningen luchtcircuit
10
50
50
50
115
20
Voorgeslanst gat voor luchtuitstroming
6
Ts °C/°F
Th °C/°F
16,0 / 60,8
-
30,0 / 86,0
-
-5,0 / 23,0
-6,0 / 21,2
24,0 / 75,2
18,0 / 64,4
Th: Natte boltemperature.
50
50
10
115
Voorgestanst
gat voor
luchtinlaat
PCD Ø140
Ø100