6.3 Gebruikersvereisten
■
De multimeter mag alleen worden gebruikt door personen die bekend zijn met
de relevante voorschriften en alle mogelijke gevaren begrijpen. Het gebruik van
een persoonlijke beschermingsuitrusting wordt aanbevolen.
■
In scholen, opleidingsinstituten en hobby- en DIY-workshops moeten digitale
multimeters worden gebruikt onder verantwoordelijk toezicht van gekwalifi-
ceerd personeel.
■
Volg bij gebruik in een industriële omgeving de voorschriften voor ongevallen-
preventie voor elektrische systemen en apparatuur van een veiligheidsinstantie
of vergelijkbare instelling in uw land.
6.4 Bedrijfsomgeving
■
Voer geen metingen uit in explosiegevaarlijke omgevingen.
■
Voer geen metingen uit in klamme of erg vochtige omgevingen.
■
Voer geen metingen uit in omgevingen getroffen door onweer.
■
Voer geen metingen uit in omgevingen met sterke elektromagnetische velden.
■
Voer geen metingen uit in stoffige omgevingen.
■
Voer geen metingen uit in omgevingen waar dampen, oplosmiddelen of brand-
bare gassen aanwezig zijn.
■
Stel het product niet aan mechanische spanning bloot.
■
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, sterke schokken, brandba-
re gassen, stoom en oplosmiddelen.
■
Bescherm het product tegen hoge luchtvochtigheid en vocht.
■
Bescherm het product tegen direct zonlicht.
■
Schakel het product niet in nadat het van een koude naar een warme omge-
ving is verplaatst. De condensatie die zich dan vormt, kan het product perma-
nent beschadigen. Laat het product op kamertemperatuur komen voordat u het
gebruikt.
6.5 Testkabels
■
Gebruik uitsluitend testkabels of accessoires die overeenkomen met de specifi-
caties van de multimeter.
7