EXHAUSTO 3002451-2004-03-01.fm
3.2 Instellen van de potentiometer
3.3 Afstellen van de PDS drukverschil schakelaar
De PDS schakelaar is opgenomen in de constructie van de rookgasventilator RSVG.
3.4 Testen van het inregelen
•
De potentiometer (fig. 1-K) kan op het maximum toerental ingesteld worden, door hem
volledig met de klok mee te draaien.
•
M.b.v. de potentiometer kan het toerental van de ventilator langzaam naar beneden
worden gebracht. Controleer of er geen rookgassen achterblijven in de woning, door een
grondige test uit te voeren met een rookpatroon.
•
Indien er wel rookgassen achterblijven in de woning, zal het ventilator toerental iets hoger
afgesteld dienen te worden.
•
Indien de tweede trap van de gasklep aangesloten is dient deze ingeschakeld te worden,
om vervolgens de meting nog een keer te verrichten (fig. 2-C).
•
Zet de PDS schaklaar op het minimum, door hem tegen de klok in de draaien.
•
Draai de PDS voorzichtig met de klok mee tot je de PDS hoort schakelen. Tevens zal het
indicatie LED op de regelkast van GROEN verkleuren naar ROOD.
•
Schrijf de waarde van de PDS, op het moment van schakelen, op.
•
Draai de PDS nu voorzichtig tegen de klok in, tot je hem weer hoort schakelen. Het
indicatie LED zal weer GROEN worden.
•
Stel de PDS 10 Pa lager af dan de van te voren bepaalde waarde.
•
Druk op de AAN/UIT toets om de service modus te beëindigen (fig. 1-C).
•
Controleer de opstart functie door de AAN/UIT toets in te drukken.
•
Controleer of de rookgassen inderdaad de schoorsteen in gaan (laat alle ramen en
deuren gesloten, en zet alle andere ventilatoren op vol vermogen aan).
•
Indien er nog rookgassen in de ruimte komen, zal het inregelen opnieuw moeten
gebeuren.
•
Indien het systeem al 10 minuten draait zonder in storing te zijn gevallen, dient u de werk-
schakelaar te bedienen om de fail-safe functie van de PDS te controleren. Indien het
systeem correct werkt zal na ± 15 sec. het systeem moeten afschakelen. Vergeet niet
de werkschakelaar weer aan te zetten!!
•
Sluit de regelkast.
•
Informeer de gebruiker over de bediening van het systeem en overhandig hem deze
handleiding.
Inregelen
10/16