5.4.5.5
Standaard modus
•
Lasstroom I1 instellen (0-100 % van draaiknop (AMP) op het lasapparaat)
•
Daalstroom I2 instellen (0-100 % van draaiknop Lasstroom I1, opvraagbaar met de 2e toortsknop.
5.4.6
RTA PWS2
•
Lasproces elektrode lassen of TIG instellen.
•
Maximaal mogelijke lasstroom I
•
Lasstroom I
•
De laskarakteristiek (Arcforce) kan zo nodig met de draaiknop Arcforce worden geoptimaliseerd
(elektrode lassen).
•
De lasstroompolariteit (+/-) kan zo nodig met de polariteitsomkeerschakelaar worden omgeschakeld
(alleen bij apparaten met ompoolschakelaar (type PWS).
5.4.7
RTAC1 19POL
5.4.7.1
Standaard modus
•
Maximale lasstroom op het lasapparaat selecteren.
•
Daalstroom I2 instellen (0-100 % van de draaiknop Lasstroom I1)
•
Wisselstroomfrequentie instellen.
•
Balance instellen.
•
Functie kogelvorming (afhankelijk van de uitvoering van het apparaat)
Uitleg wisselstroomfrequentie (TIG-AC)
Insnoeren en stabiliseren van de vlamboog:
met hogere frequente neemt de reinigende werking toe. Vooral dun plaatwerk (lassen met geringe
stroom), geanodiseerde aluminiumplaten of sterk verontreinigd laswerk kunnen met een hogere
frequentie perfect worden gelast en gereinigd.
Uitleg wisselstroombalance (TIG-AC)
Optimalisering van de reinigingswerking en het inbrandgedrag.
Verhoging van de positieve fase betekent:
•
grotere reinigende werking
•
hogere temperatuur van de wolfraamelektrode
•
grotere kogelvorming aan de wolfraamelektrode
•
bredere lasnaad, weinig inbranding
Verhoging van de negatieve fase betekent:
•
smallere lasnaad, diepe inbranding
•
geringere reinigende werking
•
lagere temperatuur van de wolfraamelektrode
•
kleinere kogelvorming aan de wolfraamelektrode
099-008097-EW505
7.8.2023
op het lasapparaat selecteren.
1
% op de afstandsbediening instellen.
1
Opbouw en functie
Beschrijving van de werking
31