Instelling van de neutrale zone regeling
Bandbreedte boven de neutrale zone
Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de neutrale zone
Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de '+ Zone band' .
Bandbreedte onder neutrale zone
Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de neutrale zone
Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de '- Zone band'
Alarm
De regelaar kan alarm geven in diverse situaties. In geval van alarm gaan alle LED's op
het frontpaneel van de regelaar, knipperen en het alarmrelais wordt bekrachtigd.
Bovenste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'hoge druk/temperatuur' alarm moet
inkomen. Deze waarde is een absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 7.
Onderste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'lage druk/temperatuur' alarm moet
inkomen. Deze waarde is een absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 7.
Alarmvertraging
Als één van de twee grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in
werking. Het alarm wordt actief als de hier ingestelde tijdvertraging is verstreken. De
tijdvertraging wordt ingesteld in minuten.
Druk de bovenste toets op het frontpaneel kort in om een alarm te bevestigen en de
alarmcode zichtbaar te maken in het display.
Diversen
Extern signaal
Hier stelt u in welk signaal aangesloten wordt op de regelaar.
0: Geen signaal/regeling gestopt (display laat "OFF" zien)
1: 4-0 mA van druktransmitter voor compressorregeling
: 4-0 mA van druktransmitter voor condensorregeling
3: Druktransmitter, type AKS 3R voor compressorregeling
4: Druktransmitter, type AKS 3R voor condensorregeling
5: 0-10 V van externe regeling
6: 0-5 V van externe regeling
7: 5-10 V van externe regeling
8: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling
9: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling
10: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling
11: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling
Aantal relais
Er kunnen maximaal vier relais worden gebruikt, afhankelijk van de toepassing. Dit
aantal moet worden ingesteld in de regelaar. (De relaisuitgangen worden altijd ge-
bruikt sequentieel geschakeld).
Werkgebied van druktransmitter
Het werkgebied van de gebruikte druktransmitter moet worden ingesteld in de rege-
laar (bijv.: -1 tot 1 Bar).
De waarden moeten in Bar ingesteld worden als de weergave in °C is geselecteerd en
in psig als °F is geselecteerd.
Min. waarde
Max. waarde
EKC 331T
Manual RS8CU410 © Danfoss 05-006
c10
+ Zone K
c11
+ Zone m
c1
+ + Zone s
c13
- Zone K
c14
- Zone m
c15
- - Zone s
Alarm settings
A10
Max. press / Temp.
A11
Min. press / Temp.
A03
Alarm delay
Reset alarm
Deze functie reset alle alarmen indien
ingesteld in pos."ON".
Alarm relay
Hier leest u de status af van het alarm-
relais.
("ON" geeft aan dat er een alarm is)
Met datacommunicatie kan de
prioriteit van de individuele alarmen
worden gedefinieerd. De instelling
wordt gedaan in het "alarmbestem-
mingen" menu.
Miscellaneous
o10
Application mode
o19
Number of steps
Als de twee waarden vanuit AKM
ingesteld worden, moeten ze in Bar
worden ingesteld
o0
Min. trans. press
o1
Max trans. press
5