Inhoudsopgave
Advertenties
6. INSTALLATIE
6.1 LOCATIE VOOR HET TOESTEL KIE-
ZEN
Het wordt aanbevolen om een HVAC-ontwerper te be-
trekken bij de installatie van een ventilatiesysteem.
TECHNISCHE INFORMATIE
Het toestel is ontworpen om te worden gebruikt in een
droge binnenomgeving (relatieve vochtigheid niet ho-
ger dan 80%) en bij een omgevingstemperatuur tus-
sen +5 °C en +40 °C.
Het toestel is ontworpen voor het transporteren van
gewone atmosferische lucht die vrij is van stof, vet,
chemische stoffen en andere onzuiverheden.
De verse aangezogen lucht moet een temperatuur
binnen het bereik van -20 °C tot +40 °C en relatieve
vochtigheid tot 90 % hebben.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN VAN DE ENTHALPIE-
WISSELAAR: als de buitentemperatuur niet lager is dan
-5°C, de relatieve vochtigheid binnenshuis lager is dan
45%, de binnentemperatuur maximaal 23°C bedraagt, is er
geen condensaatafvoer nodig. In geval van andere omstan-
digheden, zoals een lagere buitentemperatuur, een hogere
binnentemperatuur of een hogere vochtigheid binnenshuis,
moet een condensaatafvoer worden geïnstalleerd.
Condensvorming aan de binnenkant van het toestel:
Als het toestel op een zolder wordt geplaatst (de tempe-
raturen kunnen de buitentemperaturen benaderen), moet
het toestel continu werken. Als het toestel handmatig kan
worden uitgeschakeld door de gebruiker of met behulp van
een automatische timer, moeten luchtdichte afsluiters met
een noodfunctie op het toevoer- en afvoerkanaal worden
geïnstalleerd. De afsluiters zorgen ervoor dat er geen lucht
uit de warme delen van het gebouw door het toestel stroomt
(schoorsteeneffect). Als er geen afsluiters worden geïnstal-
leerd, is het mogelijk dat er condensvorming optreedt aan
de binnenkant van het toestel en in de buitenkanalen als het
toestel niet in werking is. Dit kan ook ertoe leiden dat er kou-
de buitenlucht het gebouw binnenstroomt. In dat geval kan
er ook condensvorming optreden in het toevoer- en afvoer-
kanaal of zelfs in de kleppen die in de ruimtes zijn geplaatst.
Als het toestel in de winter langere tijd niet wordt gebruikt,
moeten het toevoer- en afvoerkanaal worden gesloten om
het bovengenoemde effect te voorkomen. Als het toestel in
een vochtige omgeving is geïnstalleerd (bijv. in een wasse-
rij), kan er in combinatie met lage buitentemperaturen con-
densvorming optreden aan de buitenkant van het toestel.
Als er condensvorming optreedt aan de buitenkant van het
toestel, zorg dan voor meer ventilatie rondom het toestel.
8
8
ver.1 31-05-21
ver.1 31-05-21
40
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
40
Het toestel is niet ontworpen om lucht te filteren die brand-
bare of ontvlambare deeltjes, chemische dampen, grof
stof, koolstof, vet, giftige stoffen, bacteriën, enz. bevat.
De IP-beschermingsgraad van het toestel is IP 20.
Advertenties
Inhoudsopgave
