GEBRUIK
Op de computer moet men een programma draaien dat toelaat met het VELBUS-systeem te communiceren.
Dit programma, de gebruikshandleiding (tutorial) of informatie om zelf een programma te ontwikkelen kan men
downloaden van de website (http://www.velbus.be/consumers/downloads/).
Verbind de module met het VELBUS-systeem en de computer (zie aansluiting).
Wanneer de module voor de eerste maal met een computer verbonden wordt via de USB-poort moet de driver
nog geinstalleerd worden. Het besturingssysteem van de computer detecteert nieuwe hardware en vraagt om de
driver (.inf bestand) te lokaliseren en te installeren (c:\Program Files\Velleman\VelbusLink\Driver). Eenmaal de
driver correct geïnstalleerd is kan het Velbuslink programma gebruikt worden.
Bij het onder spanning komen van de module wordt een 'Bus actief' en 'Ontvangst klaar' boodschap naar de
computer verstuurd.
Alle boodschappen die nu op het VELBUS-systeem verschijnen, worden eveneens verstuurd naar de computer.
Geldige commando's gegenereerd door de computer worden via de seriele of USB-poort naar de module
verstuurd.
Deze commando's worden door de interface module op het VELBUS-systeem geplaatst.
Indien er teveel commando's ineens verstuurd worden, zal de ontvangstbuffer vol lopen en wordt dit gemeld aan
de computer. Het computerprogramma moet nu het verzenden onderbreken en wachten op een 'ontvangst klaar'
bericht om terug nieuwe commando's te kunnen aanbieden.
Als de commando's niet correct op de VELBUS geplaatst kunnen worden, zal er een busfout optreden en
doorgegeven worden naar de computer. Na 25 seconden zal de interface module zichzelf herstarten en de
ontvangstbuffer wissen.
7
Velbus manual VMBRSUSB – edition 1