•
de locatie van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen
optimaal.
Om het apparaat te bedienen:
1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om de
temperatuur in het apparaat te verlagen.
DAGELIJKS GEBRUIK
LET OP! Dit koelapparaat is niet
geschikt voor het invriezen van
levensmiddelen.
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Voor het bewaren van etenswaren van verschillende
groottes kunnen de deurrekken op verschillende
hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het rek enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Plaats het terug op een gewenste positie.
TIPS EN ADVIES
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
•
Het meest efficiënte energiegebruik is verzekerd
in de configuratie waarbij de lades zich in het
onderste deel van het apparaat bevinden en de
rekken gelijkmatig verdeeld zijn. De positie van
de deurbakken heeft geen invloed op het
energieverbruik.
8
2. Draai de temperatuurregelaar linksom om de
temperatuur in het apparaat te verhogen.
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
GROENTELADE
In het onderste deel van het apparaat bevindt zich
een speciale lade die geschikt is voor de opslag
van groenten en fruit.
•
Open de deur niet te vaak of laat deze niet
langer open staan dan noodzakelijk.
•
Stel de temperatuur niet te hoog in om energie
te besparen, tenzij dit nodig is vanwege het
soort voedsel.
•
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de