GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE
Stoppen
Laat zowel de koppelingsbeugel van de rijaandrijving als de
motorstopbeugel los.
Remmen in noodgevallen: Laat zowel de koppelingsbeugel
van de rijaandrijving als de stopbeugel los.
Als de motor niet afslaat, moet u de bougiekabel
losmaken. (Zie fi g. 14)
Hellingen
Om schade aan de motor te voorkomen, mag de
maaimachine niet worden gebruikt op hellingen van meer
dan 20 graden. (Zie fi g. 15)
Maaihoogte
Om de maaihoogte in te stellen:
Neem de hendel en beweeg hem zijwaarts zodat hij loskomt
uit de vergrendelingsgroef. Duw de hendel vervolgens naar
voren om de machine lager te zetten of trek de hendel naar
achteren om de machine hoger te zetten. Laat de hendel
los als machine de gewenste maaihoogte heeft, en zorg
ervoor dat de hendel stevig is vergrendeld in een van de acht
groeven.
Kies altijd een maaihoogte die past bij de werk-
omstandigheden. Probeer overbelasting van de motor en
verstopping te voorkomen door lang gras nooit te maaien bij
een lage maaihoogte. U zult hoog gras in twee keer moeten
maaien. (Zie fi g. 16)
Fig. 15
Fig. 16
-
20
Grasvanger
Zet de grasgeleider omhoog en til de grasvanger op. Laat de
grasgeleider zakken totdat deze rust op de achterkant van de
maaimachine.
Om de grasvanger leeg te maken, moet u het maaisel
eruit storten en de grasvanger krachtig schudden zodat
er geen maaisel in de luchtkanalen blijft zitten. Om het
gras optimaal op te vangen, moet de lucht goed door de
grasvanger kunnen stromen. Bij het verzamelen van maaisel
is het belangrijk dat de grasvanger regelmatig wordt leeg
gemaakt om verstoppingen en overbelasting van de motor te
voorkomen. (Zie fi g. 17)
Maaisel opvangen zonder
grasvanger
Verwijder de grasvanger en gebruik de maaimachine met
gesloten grasgeleider. (Zie fi g. 18)
Dichte begroeiing
Als u dichtbegroeid terrein maait, moet u het maaisel niet
opvangen.
Indien dit toch nodig is, moet u maaien zonder grasvanger
bij de hoogste maaistand.
Laat het maaisel drogen, monteer de grasvanger en maai
vervolgens het gras bij de hoogste maaistand.
Fig. 17
Fig. 18
+
Zet de machine op een lagere maaistand en maai indien
nodig het terrein nogmaals totdat u het gewenste resultaat
heeft bereikt.
Om beschadiging van uw gazon te voorkomen, verdient het
aanbeveling, telkens niet meer dan 1/3 van de lengte van het
gras af te maaien. (Zie fi g. 19)
Frictieschijf
Het maaimes wordt aangedreven door de motor via een
frictieschijf om te voorkomen dat de krukas van de motor
en het maaimechanisme schade oplopen bij contact met een
verborgen obstakel of overbelasting. (Zie fi g. 20)
Zet altijd de motor af als u een verborgen obstakel
raakt of een buitengewoon sterke trilling voelt. Maak
de bougiekabel los en controleer het maaimechanisme.
ALTIJD een beschadigd maaimes vervangen –
Raadpleeg 'Onderhoud van de maaier'.
Terreinen zonder gras
Als u een terrein zonder gras wilt oversteken, moet u de
motor afzetten en de machine op de hoogste maaistand
zetten om het maaimechanisme te beschermen. (Zie fi g. 21)
Fig. 19
9
Fig. 20
Fig. 21