4.2 Aansluiting van de voedingsspanning
De apparatuur moet worden gevoed met 24 Vdc van een SELV (Safety Extra Low Voltage) voeding. Er moet ook
een externe semi-vertraagde zekering van 0,5 A worden aangebracht.
Deze voedingseenheid moet elektrisch geïsoleerd zijn van gevaarlijke kabels onder spanning en voldoen aan de
eisen voor dubbele of versterkte isolatie volgens een van de volgende normen:
EN 50178, EN 61010-1, EN 60730-1, EN 60950-1 of EN 62368-1.
4.3 Aansluiting van uitgangscontacten
Sluit de bovenste klemmenstrook 1 (klemmen 16-23), afgebeeld in Figuur 1, aan volgens de gewenste schakelfuncties.
Voorzie de uitgangscontacten van een externe trage 2,5 A zekering.
Wanneer inductieve belastingen worden uitgeschakeld, ontstaan spanningspieken die de werking van regel- en
meetsystemen sterk nadelig kunnen beïnvloeden. Aangesloten inductieve belastingen moeten daarom een
ontstoringsfunctie hebben (RC-combinatie) volgens de specificaties van de fabrikant.
4.4 Aansluiting van de niveautransmitter
Gebruik voor de aansluiting van de apparatuur een afgeschermde, meeraderige besturingskabel met een minimale
afmeting van de geleider van 0,5 mm
Sluit de klemmenstrook aan zoals aangegeven in het aansluitschema (zie Fig. 4).
Sluit het scherm aan zoals aangegeven in het aansluitschema.
Leid de aansluitkabel tussen de apparaten gescheiden van de voedingskabels.
4.5 Uitgang van de regelvariabele Y of aansluiting van de uitgang
van de werkelijke waarde
Gebruik voor de aansluiting een afgeschermde, meeraderige besturingskabel met een minimale afmeting van de
geleider van 0,5 mm
, bv. LiYCY 2 x 0,5 mm
2
Sluit de klemmenstrook aan zoals aangegeven in het aansluitschema (zie Fig. 4).
Sluit het scherm aan zoals aangegeven in het aansluitschema (Fig. 4). Leid de aansluitkabel tussen de apparaten
gescheiden van de voedingskabels.
Elk apparaat dat u op de klemmen wilt aansluiten voor de uitgang van de regelvariabele Y of de uitgang van de
werkelijke waarde 4-20 mA, moet gecertificeerd zijn dat het minstens dubbele of versterkte isolatie volgens EN 50178,
EN 61010-1, EN 60730-1, EN 60950-1 of EN 62368-1 heeft tussen de stroomkring en onder spanning staande delen
van het apparaat die niet voorzien zijn van extra lage veiligheidsspanning (SELV).
Belangrijk
Gebruik geen ongebruikte klemmen als steunpuntklemmen.
4.6 Gereedschap
Schroevendraaier maat 3,5 x 100 mm, volledig geïsoleerd volgens VDE 0680-1.
IM-P693-02-NL EMM-UKn-03
, bv. LiYCY 2 x 0,5 mm
2
2
, maximale lengte 100 m. Let op de belasting van max. 500 ohm.
2
LCR2251 Niveauregelaar
, maximale lengte 100 m.
7