NL
INSTALLATIE - OVERZICHT
Waarschuwing
Installatie van de IS40 stelt installateurs bloot aan hoge
spanningen en hoge vloeistofdrukken. Ernstig letsel of
de dood kunnen het gevolg zijn van onjuiste installatie of
installatietechnieken.
Opmerking: IS40 installatie vereist dat een QuickHeat™ slang volledig gemonteerd is en klaar is voor aansluiting op de IS40.
Zie de "QuickHeat slangenhandleiding" voor meer informatie.
Installatie van de IS40 mag alleen worden uitgevoerd door personen met kennis van het installeren en onderhouden van sproeis-
chuimapparatuur. De installatie omvat mechanische, elektrische en vloeistofverbindingen. Standaardinstellingen van de soft-
ware-instellingen zijn meestal voldoende voor het eerste gebruik van het systeem, maar kunnen door het installatieprogramma
worden gewijzigd om aan specifieke behoeften te voldoen. Elke IS40 is uitgerust voor ondersteuning op afstand en is toeganke-
lijk voor geautoriseerde Carlisle service agents om te assisteren bij de installatie, configuratie en/of service van het systeem.
De volgende stappen beschrijven de installatie van de IS40. Meer informatie over elke stap staat in de IS40 Gebruikershandleiding.
1. Pak het apparaat uit en haal het van de pallet.
2. Plaats het apparaat op de gewenste locatie.
3. Voor mobiele of seismische omgevingen: maak mechanische verbindingen met de vloer en de wand van de constructie.
4. Controleer of de stroom naar het IS40-circuit is uitgeschakeld (schakel de hoofdschakelaar uit op het distributiepaneel of
het hoofdpaneel).
5. Maak de elektrische verbindingen binnen in de regelmodule IS40:
• Voor een 200 - 240V systeem maakt u de elektrische en aardverbindingen in de IS40 regelmodule.
• Voor een systeem van 380 - 415 V maakt u de elektrische, neutrale en aarde aansluitingen in de IS40 regelmodule.
6. Sluit de volledig gemonteerde QuickHeat-slang hoofdmodem aan op de vloeistofverbindingsslangen.
7. Sluit de vloeistoftoevoer- en recirculatieslangen aan op vloeistofmodules A en B.
8. Zet de kleppen van de vloeistofmodule in de sproeistand om door te spoelen.
9. Sluit de materiaalregelventielen van de pistoolverdeler en haal het spuitpistool van de slang.
10. Open vloeistoftoevoerleidingen en zet vatpompen onder druk om een inlaatvloeistofdruk van 150 - 200 psi te leveren
• 2:1 vatpomp luchtdruk van 75 - 100 psi
• 3:1 vatpomp luchtdruk van 50 - 70 psi
11. Zet het IS40-voedingscircuit onder spanning bij het distributie- of hoofdpaneel.
12. Zet de aan/uit-schakelaar van IS40 aan (zijkant van het bedieningspaneel). Het opstartscherm verschijnt na 30 - 60 secon-
den.
13. Als het doseerapparaat en de slangen in de fabriek samen zijn geconfigureerd, sla dan stap 13a tot en met 13d over
a. Open in het hoofdmenu Instellingen > Slangconfiguratie > Instellingen
b. Selecteer slangconfiguratie
c. Druk op Modems ontkoppelen - Druk eenmaal voltooid op Modems koppelen - Zorg ervoor dat er geen andere Intellis-
pray-machines aan staan en druk op Modems koppelen
d. Scan en selecteer een aanbevolen communicatiefrequentie
14. Spoel vloeistofsecties A en B (en slangen indien nieuw of leeg) door om lucht te verwijderen.
15. Volg de snelstartinstructies om te beginnen met spuiten.
www.carlisleft.com
NOTICE
De IS40 vereist QuickHeat™ slangen voor gebruik.
Probeer geen andere slang te gebruiken.
3/10
INSTALLATIE
343064 C_NL (12/2023)