We raden aan om vanwege moge-
lijke watervlekken en andere res-
ten het apparaat vóór het eerste
gebruik zonder serviesgoed te ge-
bruiken.
Tip: U kunt deze instellingen en an-
dere basisinstellingen op elk moment
weer wijzigen.
10.1 Overzicht van de waterhardheidsinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de instelbare waterhardheidswaarden.
U kunt de waterhardheid opvragen bij uw plaatselijke waterbedrijf of vaststellen
met een waterhardheidtester.
Water-
Hard-
hard-
heidsbe-
heids-
reik
waarde
°dH
0 - 6
zacht
7 - 16
gemid-
deld
17 - 21
hard
22 - 50
hard
Opmerking: Stel het apparaat in op
de vastgestelde waterhardheid.
→ "Waterontharding instellen",
Pagina 23
Bij een waterhardheid van 0 - 6 °dH
hoeft u geen onthardingszout te ge-
bruiken en kunt u de waterontharding
uitschakelen.
→ "Waterontharding uitschakelen",
Pagina 24
mmol/l
Stand
0 - 1,1
0
1,2 - 2,9
1
3,0 - 3,7
2
3,8 - 6,2
3
Waterontharding
10 Waterontharding
Hard kalkhoudend water laat kalkres-
Waterontharding
ten op het serviesgoed en de spoel-
middelhouder achter en kan onder-
delen van het apparaat verstoppen.
Voor goede afwasresultaten kunt u
water met de waterontharding en ont-
hardingszout ontharden. Om schade
aan het apparaat te voorkomen,
moet water met een hardheidsgraad
van meer dan 7 °dH worden onthard.
Led A
Led B
→ Pagina 16
→ Pagina 16
10.2 Waterontharding instel-
len
Stel het apparaat in op de waterhard-
heid.
De waterhardheid en de gewenste
1.
instelwaarde vaststellen.
→ "Overzicht van de waterhard-
heidsinstellingen", Pagina 23
Op
drukken.
2.
Op
en
3.
toetsen ingedrukt houden tot
knipperen.
Toetsen loslaten.
4.
Net zo vaak op
5.
gewenste stand is ingesteld.
Waterontharding nl
Led C
→ Pagina 16
drukken en deze
drukken tot de
en
23