∙ Als een van de volgende situaties optreedt, moet u het apparaat laten controleren
door onderhoudspersoneel:
• De voedingskabel of stekker is beschadigd.
• Er is vloeistof in het apparaat binnengedrongen.
• Het apparaat werd blootgesteld aan vocht.
• Het apparaat werkt niet goed of u krijgt het niet aan het werk volgens de
gebruikershandleiding.
• Het apparaat is gevallen en beschadigd.
• Het apparaat vertoont duidelijke tekenen van breuk.
26