Instellingen
APPARAAT
Geluid
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Geluid.
• G eluidstand: instellen dat het apparaat de stille of geluidsstand gebruikt.
• V olume: het volume voor beltonen, muziek, video's, systeemgeluiden en meldingen instellen.
• I ntensiteit trilsignaal: de sterkte van het trilsignaal aanpassen.
• B eltonen: een beltoon voor inkomende oproepen toevoegen of selecteren.
• T rillingen: een trilpatroon toevoegen of selecteren.
• M eldingen: een beltoon selecteren voor gebeurtenissen, zoals inkomende berichten en
gemiste oproepen.
• T rillen bij overgaan: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een trilsignaal
wordt gebruikt.
• T oon kiestoetsenblok: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u tikt op
toetsen van het toetsenbord.
• A anraakgeluiden: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een app of een
optie op het aanraakscherm selecteert.
• G eluid schermvergrendeling: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt of ontgrendelt.
• T rillingsreactie: instellen dat het apparaat trilt wanneer u op toetsen tikt.
• G eluid bij tikken: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een toets
aanraakt.
• T rillen bij tikken: instellen dat het apparaat trilt wanneer u een toets aanraakt.
Display en achtergrond
De display-instellingen wijzigen.
Tik op het scherm met instellingen op Display en achtergrond.
• H elderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• A chtergrond:
– Startscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm.
– Vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het vergrendelde scherm.
– Start- en vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm en
het vergrendelscherm.
104