Handleiding
1. Markering
Inductieve sensor
NCN8-18GK40-N0
ATEX markering
1II 2G Ex ia IIC T6...T1 Gb
1II 1D Ex ia IIIC T
135°C Da
200
IECEx markering
Ex ia IIC T6...T1 Gb
Ex ia IIIC T
135°C Da
200
Ex ia I Mb
Pepperl+Fuchs Group
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Germany
Internet: www.pepperl-fuchs.com
Het certificaat kan verschillende Ex-markeringen bevatten. Afhankelijk
van het betreffende apparaat zijn de in het certificaat gespecificeerde
Ex-markeringen slechts gedeeltelijk geldig. U vindt de Ex-markeringen
die gelden voor het apparaat op het betreffende naamplaatje of in dit
document.
2. Geldigheid
Voor bepaalde processen en instructies in deze handleiding zijn speciale
voorschriften vereist om de veiligheid van het bedieningspersoneel te
waarborgen.
3. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperators.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
4. Verwijzing naar verdere documentatie
Neem wetten, normen en richtlijnen die betrekking hebben op het bedoeld
gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem richtlijn 1999/92/EC met
betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in acht.
De bijbehorende gegevensbladen, handleidingen,
conformiteitsverklaringen, EU-typecertificaten, certificeringen en control
drawings (indien van toepassing, zie gegevensblad) maken onderdeel uit
van dit document. U vindt deze informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Voor informatie over een specifiek apparaat scant u de QR-code op het
apparaat of zoekt u op serienummer op www.pepperl-fuchs.com.
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
5. Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze handleiding zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
De technische gegevens in het gegevensblad worden mogelijk deels
beperkt door de informatie in deze handleiding.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving.
Het certificaat is alleen van toepassing als het apparaat onder
atmosferische omstandigheden wordt gebruikt.
Als u het apparaat buiten atmosferische invloeden gebruikt, moet u er
rekening mee houden dat de toegestane veiligheidsparameters verkleind
moeten worden.
Het apparaat kan worden gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving
met gassen, dampen en nevel.
Het apparaat kan worden gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving
met brandbaar stof.
Het apparaat kan zowel in ondergrondse gedeelten van mijnen als in
oppervlakte-installaties van mijnen worden gebruikt, die mijngas en/of
brandbaar stof bevatten.
5.1. Vereisten voor uitrustingsbeschermingsniveau Gb
Raadpleeg het relevante certificaat voor de samenhang tussen het
aangesloten circuittype, de maximaal toegestane omgevingstemperatuur,
de effectieve binnenste reactantie, en indien van toepassing de
oppervlaktetemperatuur of de temperatuurklasse.
/ 2024-01
De geschiktheid om het apparaat te gebruiken bij omgevingstemperaturen
>60 °C in combinatie met hete oppervlakken is gecontroleerd door het
erkend organisme.
5.2. Vereisten voor uitrustingsbeschermingsniveau Da
Raadpleeg het relevante certificaat voor de samenhang tussen het
aangesloten circuittype, de maximaal toegestane omgevingstemperatuur,
de effectieve binnenste reactantie, en indien van toepassing de
oppervlaktetemperatuur of de temperatuurklasse.
De geschiktheid om het apparaat te gebruiken bij omgevingstemperaturen
>60 °C in combinatie met hete oppervlakken is gecontroleerd door het
erkend organisme.
5.3. Vereisten voor uitrustingsbeschermingsniveau Mb
Raadpleeg het relevante certificaat voor de samenhang tussen het
aangesloten circuittype, de maximaal toegestane omgevingstemperatuur,
de effectieve binnenste reactantie, en indien van toepassing de
oppervlaktetemperatuur of de temperatuurklasse.
De geschiktheid om het apparaat te gebruiken bij omgevingstemperaturen
>60 °C in combinatie met hete oppervlakken is gecontroleerd door het
erkend organisme.
6. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
7. Montage en installatie
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
De veiligheidsmarkeringen staan op het naamplaatje van het apparaat of
het meegeleverde naamplaatje.
Bevestig het meegeleverde naamplaatje in de directe omgeving van het
apparaat. Bevestig het naamplaatje zo dat het leesbaar en onuitwisbaar is.
Houd rekening met de omgevingsomstandigheden.
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Monteer het apparaat zo dat het voldoet aan de gespecificeerde
beschermingsgraad conform IEC/EN 60529.
Als u het apparaat gebruikt in omgevingen die onderhevig zijn aan
ongunstige omstandigheden, moet u het apparaat dienovereenkomstig
beschermen.
Verwijder de waarschuwingsmarkeringen niet.
7.1. Vereisten voor gebruik als intrinsiek veilig toestel
Neem bij het aansluiten van intrinsiek veilige toestellen met intrinsiek
veilige circuits van een geassocieerd apparaat de maximale piekwaarden
met betrekking tot explosiebeveiliging in acht (verificatie van intrinsieke
veiligheid). Neem de normen IEC/EN 60079-14 of IEC/EN 60079-25 in
acht.
Het beschermingstype wordt bepaald door het aangesloten intrinsiek
veilig circuit.
7.2. Specifieke gebruiksvoorwaarden
Monteer het apparaat zo dat het voldoet aan de gespecificeerde
beschermingsgraad conform IEC/EN 60529.
7.2.1. Elektrostatische vereisten
Informatie over elektrostatische gevaren vindt u terug in de technische
specificatie IEC/TS 60079-32-1.
Monteer het bijgeleverde naamplaatje niet in gebieden die mogelijk
elektrostatische opgeladen kunnen worden.
U kunt de elektrostatische gevaren verminderen door de generatie van
statische elektriciteit te minimaliseren. Zo hebt u bijvoorbeeld de volgende
mogelijkheden om de generatie van statische elektriciteit te minimaliseren:
• Vochtigheid in de omgeving beheren.
• Apparaat tegen directe luchtstromen beschermen.
• Zorgen voor een continue afleiding van elektrostatische ladingen.
7.2.1.1. Vereisten voor uitrustingsbeschermingsniveau Da
Voorkom tijdens het monteren, bedienen of onderhouden van het
apparaat elektrostatische opladingen die kunnen leiden tot
elektrostatische ontladingen.
7.2.2. Vereisten voor monteurs
7.2.2.1. Vereisten voor gebruik als intrinsiek veilig toestel
Bescherm het apparaat tegen schokeffecten door het te monteren in een
algehele behuizing als het wordt gebruikt in een temperatuurbereik tussen
de minimaal toegestane omgevingstemperatuur en -20 °C.
Monteer het apparaat met de minimale beschermingsgraad IP20
conform IEC/EN 60529.
8. Gebruik, onderhoud, reparatie
Neem de specifieke gebruiksvoorwaarden in acht.
De veiligheidsmarkeringen staan op het naamplaatje van het apparaat of
het meegeleverde naamplaatje.
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gebruikt.
Voer geen reparaties, wijzigingen of modificaties uit aan het apparaat.
Aanpassingen zijn alleen toegestaan wanneer ze in deze handleiding en
de documentatie van het apparaat worden goedgekeurd.
1 / 3