KYORITSU K3125A/K3025A NL Handleiding
6-2 Meten van isolatieweerstand
Controleer d.m.v. een hoogspanningsdetector of er geen elektrische belasting in het te testen circuit
aanwezig is.
Doe een paar isolerende handschoenen aan om u tegen de hoogspanning te beveiligen.
Wees uiterst voorzichtig voor een elektrische schok tijdens het meten van isolatieweerstand als de testknop
ingedrukt is; dit omwille van de permanente aanwezigheid van hoogspanning op de meetpunten en op het
te testen circuit.
Doe geen meting als het batterijcompartiment niet goed afgesloten is.
Voer geen meting uit bij bliksem.
Zorg ervoor dat het zwarte aardingssnoer verbonden is met de aardingsklem van het te testen circuit.
Als een modus geselecteerd is, alle modi behalve Volt, zal het symbool circuit onder spanning op het scherm
verschijnen en zal de buzzer geactiveerd worden als de gemeten spanning 30 V of meer aanduidt.
K3125A/K3025A starten geen test als de gemeten spanning 160 V of meer bedraat, zelfs als de testknop
ingedrukt is. Vooraleer een test te beginnen moet het instrument losgekoppeld zijn van het netwerk om
eventuele lichamelijke letsels te voorkomen. Deze instrumenten kunnen een test starten als de
meetspanning minder dan 160 V bedraagt.
Om de isolatie van elektrische apparatuur of elektrische stroomkringen te meten, meet men hun
isolatieweerstand d.m.v. dit toestel. Alvorens de meting te beginnen, moet men de spanning controleren die
men op de te testen apparatuur mag aanleggen.
Opmerking:
Het kan gebeuren dat de isolatieweerstandswaarde van de te testen apparatuur niet stabiel is en dat de
uitlezing bijgevolg ook fluctueert.
Men kan een bieptoon horen tijdens het meten van isolatieweerstand; dit is volkomen normaal.
Het meten van een capacitieve lading neemt tijd in beslag.
Bij het meten van isolatieweerstand wordt er positieve (+) spanning geleverd aan de aardingsklem en
negatieve (-) spanning aan de lijnklem. Verbind het aardingssnoer met de aardingsklem. Het is aanbevolen
om de positieve pool te verbinden met de aardingszijde bij het meten van isolatieweerstand t.o.v. de aarde
of wanneer een deel van de te testen apparatuur geaard is. Met dit soort verbinding kan men kleinere
meetwaarden verkrijgen dan bij een omgekeerde verbinding.
(1) Controleer de spanning die op de te testen stroomkring mag aangelegd worden en zet de bereikschakelaar
op de gewenste isolatieweerstand.
(2) Verbind het zwarte aardingssnoer met de aardingsklem van de te testen stroomkring.
(3) Raak met de meetpunt van het rode lijnsnoer de te testen stroomkring aan.
Druk vervolgens op de testknop. Men hoort een onderbroken bieptoon tijdens het meten wanneer men
een ander bereik selecteert dan 250 V/500 V.
(4) De meetwaarde wordt weergegeven en blijft ook na de meting op het scherm bewaard.
GEVAAR
WAARSCHUWING
Schakel de stroomonderbreker van het te testen circuit altijd
uit.
14