B. Bediening van de vaatwasmachine
1. Sluit de watertoevoer zo laag mogelijk (!!) aan.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Schakel het apparaat aan met de aan/uit knop links op het
bedieningspaneel.
4. Het apparaat vult zich automatisch met water (en stopt wanneer het
juiste waterniveau is bereikt).
Vervolgens wordt het water opgewarmd (rode lampje brandt). Van zodra
het blauwe lampje blauw brandt, is het water voldoende warm (85°C) en
kan het apparaat gebruikt worden.
5. Plaats een gevulde mand in de vaatwasmachine.
6. Kies je programma:
• korte wascyclus (100 sec.): knop ingedrukt
• lange wascyclus (190 sec.): knop niet ingedrukt
7. Druk op de startknop om het wasprogramma te starten. Het groene
indicatorlampje brandt nu.
8. Na het beëindigen van de wascyclus, kan een volgende mand in de
vaatwasmachine worden geplaatst. Door de deur te sluiten, wordt de
volgende wascyclus automatisch gestart.
9. Als het apparaat 4 uur non-stop heeft gewerkt, moet het gedurende 1
uur worden uitgeschakeld.
2