INT-SCR-BL
5. Druk om beurten
geven dat de adres instelfunctie is geactiveerd, en de LED aangewezen als
knipperen.
6. Stel het adres in binnen het bereik van 0 tot 31, bij gebruik van de juiste numerieke toetsen en
bevestig uw selectie met de
toon dat het adres is ingesteld. De LED's aangewezen als
opeenvolgend knipperen (dan, om verder te gaan met het instellen van de werkingmode, drukt
u opeenvolgend de
7. Zet de voeding nu uit.
8. Sluit de groene en zwarte kabels weer correct aan op de uitbreidingbus aansluitingen op de
inbraakcentrale hoofdprint.
3.2
Wijzigen van de werkingsmode
1. Haal de voedingspanning van het bediendeel af.
2. Verwijder de Groene en Zwarte kabels van de aansluitingen op de uitbreidingbus.
3. Sluit de beide eindes van de Groene en Zwarte kabel op elkaar kort.
4. Zet de voeding weer op het bediendeel. Het bediendeel genereert nu 4 korte tonen en 1 lange
toon, en de LED's aangewezen als
(de einden van de Groene en Zwarte kabels mogen nu van elkaar worden gehaald).
5. Druk om beurten
geven dat de adres instelfunctie is geactiveerd, en de LED aangewezen als
knipperen.
6. Selecteer de werking mode door het opeenvolgend indrukken van:
en
– blok bediendeel met proximity kaartlezer (INT-SCR)
en
– entree bediendeel (INT-ENT)
en
– blok bediendeel (INT-S/SK)
Het bediendeel bevestigd dit met 4 korte tonen en 1 lange toon om aan te geven dat de werking
mode juist is geselecteerd. De LED's aangewezen als
opeenvolgend knipperen (hierna, om de instellingen van het adres te wijzigen, drukt
u opeenvolgend op de
7. Haal de voedingspanning er weer vanaf.
8. Sluit de Groene en Zwarte kabels weer correct aan op de uitbreidingbus aansluiting op de
centrale hoofdprint.
4. Opstarten van het Bediendeel
1. Schakel de voeding in van het alarm systeem.
2. Voer een uitbreiding identificatie uit in het alarmsysteem. Roep hiervoor de
functie op (
IDENTIFICATIE
Opmerking: Gedurende het identificatie proces, zal de centrale een 16 bit code in een speciaal
stukje geheugen bewaren, deze wordt gebruikt ter controle van de module
aanwezigheid in het systeem. Vervanging van de module door een andere (zelfs met
hetzelfde adres) zonder een nieuwe identificatie, resulteert in een alarm (module
sabotage – verificatie fout).
3. Na de identificatie, wordt het bediendeel ondersteund door inbraakcentrale, alhoewel de meeste
opties en functies zijn uitgeschakeld. Bijvoorbeeld, het gebrek van toetsaanslag bevestiging geeft
u de impressie dat het bediendeel niet reageert op invoer van een code. Bij gebruik van het LCD
bediendeel of het D
gebruik van dit bediendeel en programma functies en opties van het apparaat.
4. Beëindig de ServiceMode of communicatie met de computer en bewaar de data in het FLASH
geheugen.
en
toetsen. Het bediendeel bevestigd dit met 2 korte tonen om aan te
toets. Het bediendeel bevestigd dit met 4 korte tonen en 1 lange
en de
toets).
en
toetsen. Het bediendeel bevestigd dit met 2 korte tonen om aan te
en
toetsen).
S
ERVICE MODE
X programma, kent u gebruikers toe, welke geautoriseerd zijn voor het
LOAD
SATEL
[
] en
[
] starten opeenvolgend met knipperen
ALARM
IN
S
H
TRUCTUUR
[
ALARM
[
] en
[
ALARM
[
] en
ALARM
) op het LCD bediendeel.
ARDWARE
3
] start met
] starten met
IN
[
] start met
IN
[
] start met
IN
U
ITBREIDING