Advertenties
- De schakels moeten zorgvuldig gebogen worden.
- Let op wanneer de lengte van de ketting voor nooddeblokkering
gewijzigd wordt
LET OP: Max. lengte ketting: 14 meter - max. montagehoogte
8 m!!!
N.B.: bij ketting met een lengte van min. 15 meter is het nodig
het kettingontgrendelingssysteem "2" te gebruiken!
INSTELLING EINDAANSLAG
Door de montage en de balancering uit te voeren met de gewichten
op de wijzen voorgeschreven door de normen, moet de deur in iedere
stand in balans blijven. De juiste balancering kan gecontroleerd
worden door de deur handmatig te openen en te sluiten met een
identieke activeringskracht in beide richtingen.
1. Mechanische eindaanslagen
Met de instelling van de werkslag worden de bovenste en onderste
posities voor deactivering van de deur gedefinieerd.
Ten behoeve van de instelling moet de reductiemotor elektrisch
aangesloten zijn.
Om toegang te verkrijgen tot de eindschakelaar (fig. 8: PRINTPLAAT
MET 6 SCHAKELAARS/KAMMEN) is het nodig de carter die
de eindaanslag afdekt, los te schroeven. Mochten de externe
bedieningsapparaten nog niet zijn aangesloten, dan is het mogellijk
om met de bedieningscentrale inbegrepen in de levering de deur
in dodemansmodus te bewegen met behulp van de geïntegreerde
toetsen "OPENEN", "SLUITEN" en STOP.
Als de deur niet opengaat door te drukken op de toets "OPENEN",
de spanning op nul brengen en de twee fases L1 en L2 van de
reductiemotor omkeren.
Door te drukken op de geïntegreerde toets "OPENEN" moet de deur
ook open kunnen worden gemaakt in het geval dat de reductiemo-
tor 180° gedraaid gemonteerd is (montage ondersteboven). In het
tegenovergestelde geval de spanning op nul brengen en de twee
fases L1 en L2 omkeren.
Daarnaast is het nodig de twee noodeindschakelaars op passende
wijze te justeren, zodat deze na de werkslag afspringen.
Uitschakeling met deur in positie omlaag
De eindschakelaar voor de uitschakeling met de deur in positie
omlaag wordt via de volgende stappen ingesteld (fig. 8):
Zet de deur in de gewenste positie SLUITING.
Stel de nok van teller 3 E in(wit) om de eindaanslag te activeren.
Draai de bevestigingsschroef A.
Draai voor de fijnafstelling aan schroef B.
Zet de deur in de gewenste positie OPENING.
Stel de nok van teller 1 E (groen) in om de eindaanslag te activeren.
Draai de bevestigingsschroef A.
Draai voor de fijnafstelling aan schroef B.
De veiligheidseindaanslagen 2 SE en 4 SE (rood) worden zodanig
ingesteld dat ze onmiddellijk afspringen na het overschrijden van de
bedieningsslag.
De veiligheidseindaanslagen 2 SE en 4 SE (rood) worden in de
fabriek zodanig ingesteld dat ze zich kort na de werkslag bevinden.
Controleer na de werkingsproef of de bevestigingsschroeven zich in
de juiste positie bevinden.
De extra eindaanslagen 6 P1 en 5 P1 wisselcontacten met
nulpotentiaal zijn.
In de Automatische Modus wordt aanslag 6 gebruikt als
voorafgaande eindaanslag. Deze moet derhalve zodanig ingesteld
worden dat hij afspringt, wanneer de deur een afstand van 5 cm
vanaf de grond bereikt.
In de Dodemansmodus hoeft hij niet te worden ingesteld en moet
hij als contact met nulpotentiaal gebruikt worden!
2. Elektronische eindaanslagen (absolute waarde transductor)
ENAS003
KOSTAL
type
en type
De elektronische eindaanslag EES is een positieschakelaar met
absolute waarde voor rolluiken, deuren en poorten. De beoordeling
ofwel instelling van de eindposities wordt uitgevoerd met behulp van
reductiemotoren voor op de EES afgestemde deuren.
Tijdens de montage is het voldoende om eenvoudigweg de
6-polige stekker erin te steken. Er zijn geen bijzonder mechanische
plaatsingen of instellingen nodig.
De klemmen voor de veiligheidsketting (veiligheidsschakelaar)
bevinden zich respectievelijk op de zijde van de EES (type
en op de platine onder de EES (type
AANSLUITING SPANNING STER / DRIEHOEK
Waarschuwing! Levensgevaar vanwege elektrische schok.
Neem, alvorens de montagewerkzaamheden te beginnen, de
spanning van de geleiders weg en controleer of de spanning ook
werkelijk gelijk aan nul is.
De mogelijkheid tot omschakeling van de spanning van de motor
maakt het mogelijk om de reductiemotor zowel op een netwerk van
3 x 400 V als van 3 x 230 V te gebruiken.
De motor wordt in de fabriek bedraad met sterschakeling voor een
netwerk van 3 x 400 V.
Voor de aansluiting op een netwerk van 230 V moet de motor op een
driehoekschakeling worden omgeschakeld.
Om de spanning op de motor om te schakelen, bedraadt u de
uiteinden van de wikkelingen zoals afgebeeld in fig. 12-15.
Let er tijdens de bevestiging van de motorkabels op dat de kabels
lang genoeg zijn, hetgeen een stevige bevestiging mogelijk maakt,
om een verbinding te creëren die in de loop van de tijd stevig blijft.
Trek aan de geleiders om te controleren of de verbinding stevig is.
(fig. 10 en 11)
ENAS003
KOSTAL
). (fig. 9 en 10)
Nederlands – 3
)
Advertenties
