8.
Schuif de schijfeenheid in de schijfruimte en lijn de geleideschroeven uit met de geleideslots, totdat de
schijfeenheid vastklikt.
9.
Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
10.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de
juiste connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de
systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties. Als u een
tweede harde schijf toevoegt, sluit u de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector met de
aanduidingen SATA1 en SATA2.
11.
Plaats het toegangspaneel terug.
12.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan.
13.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Verwijderen en installeren van schijven
27