1.
Voer de AC-ingangskabel, PE-kabel, Ethernet-kabel (indien beschikbaar) en RS485-kabel
(indien beschikbaar) in de leiding. Zorg ervoor dat de kabellengte boven de grond voldoende
is om het bijbehorend aansluitpunt te bereiken.
2.
Plaats de montagebeugel in het gat en leid de leidingen naar de kabeltunnel. Het oppervlak
van de montagebeugel moet gelijk zijn met de grond.
3.
Giet beton in het gat en wacht totdat het beton is uitgehard.
4.1.3
Controlelijst
⚫ De lokale installatievoorschriften zijn geïdentificeerd en gevolgd.
⚫ Alle benodigde vergunningen zijn verkregen van de lokale autoriteit die jurisdictie heeft.
⚫ De bestaande elektrische belasting is berekend om de maximale bedrijfsstroom voor de installatie
van het laadstation te weten te komen.
⚫ Een miniatuurstroomonderbreker (MCB) of zekering (NH000 80A, aanbevolen) is stroomopwaarts
geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat de RCBO uitschakelt voordat de MCB of zekering dat doet.
⚫ Op de installatieplaats zijn de juiste kabels aanwezig en er is voldoende kabellengte om de draden
te strippen en aan te sluiten.
⚫ Het aanbevolen installatiegereedschap is ter plaatse verkrijgbaar. Zie
15
3.5 Aanbevolen
gereedschap.