❑ De 2,4GHz-band, waar Bluetooth-apparaten of draadloze LAN-apparaten mee werken, wordt door verschillende
apparaten gebruikt. Bluetooth-apparaten maken gebruik van een technologie die de interferentie van andere apparaten
die dezelfde golflengte gebruiken, minimaliseert. Gelijktijdig gebruik van de Bluetooth-functionaliteit en draadloze
communicatieapparaten kan echter leiden tot radiostoring. Hierdoor kunnen de communicatiesnelheden en -afstanden
minder zijn dan de standaardwaarden.
✍
Lees de Regulations Guide voordat u de Bluetooth-functie gebruikt.
❑ Het is mogelijk dat de Bluetooth-functies niet werken wanneer u bepaalde apparaten of softwareversies van derden
gebruikt.
❑ Als u meerdere Bluetooth-apparaten op de computer aansluit, kan dat leiden tot bandbreedtecongestie, waardoor de
prestaties van de apparaten verminderen. Dit is een algemeen kenmerk van de Bluetooth-technologie.
Bluetooth-beveiliging
De draadloze technologie van Bluetooth beschikt over een identificatiefunctie waarmee u kunt vaststellen met wie u
communiceert. Met de identificatiefunctie kunt u voorkomen dat anonieme Bluetooth-apparaten toegang kunnen krijgen tot
uw computer.
De eerste keer dat twee Bluetooth-apparaten met elkaar communiceren, dient voor beide apparaten een sleutel (een
wachtwoord dat nodig is voor de verificatie) te worden vastgesteld. Hiermee worden deze apparaten geregistreerd. Wanneer
een apparaat eenmaal is geregistreerd, hoeft u deze sleutel niet opnieuw in te voeren.
✍
De sleutel kan iedere keer verschillend zijn, maar moet wel aan beide zijden hetzelfde zijn.
Voor bepaalde apparaten, zoals een muis, kan geen sleutel worden ingevoerd.
n
63
N
De VAIO-computer gebruiken