stuk "Technische specificaties"), verhindert het systeem automatisch verdere ma-
noeuvres totdat de temperatuur weer binnen de grenzen ligt, om de motor tegen
oververhitting te beschermen.
5.10 - Diagnose- en alarmfunctie
Op de kop van de motor bevindt zich een led die de alarmtoestand (met rood licht)
en de toestanden van de installatie (met groen licht) meldt. Als er op hetzelfde mo-
ment een alarmtoestand en een installatietoestand gemeld moeten worden, geeft
het systeem altijd voorrang aan de alarmtoestand. Lees Tabel C om de betekenis
van de signaleringen te begrijpen.
TABEL C – Signaleringen van de led (op de kop van de motor)
GROENE LED
Betekenis
= minstens 1 zender opgeslagen en 2 eindstanden ge-
0 knippersignalen
programmeerd.
= minstens 1 zender opgeslagen en 1 eindstand gepro-
1 knippersignaal
grammeerd.
= minstens 1 zender opgeslagen en geen eindstand ge-
2 knippersignalen
programmeerd.
= geen opgeslagen zender (de toestand van de eindstan-
3 knippersignalen
den wordt niet aangegeven door de led).
RODE LED
Betekenis
0 knippersignalen
= geen fout.
= ernstige fout - 1 (motor beschadigd: wendt u zich tot de
vast brandend
Technische Servicedienst).
1 knippersignaal
= thermische beveiliging heeft ingegrepen.
= de laatste manoeuvre is automatisch onderbroken we-
2 knippersignalen
gens tussenkomst van de functie "Obstakeldetectie".
= te hoge belasting in verhouding tot de waarden op het
3 knippersignalen
typeplaatje van de motor.
= de spanning naar de motor is minder dan 24V
4 knippersignalen
motor werkt maar garandeert niet het nominale werkings-
koppel.
= de spanning naar de motor is minder dan 24V
5 knippersignalen
motor werkt maar garandeert niet het nominale werkings-
koppel.
= ernstige fout - 4 (temperatuur van de regelcircuits bui-
6 knippersignalen
ten de grenzen).
7 knippersignalen
= ernstige fout - 5 (storing van de rem).
8 knippersignalen
= ernstige fout - 6 (storing van de rem).
9 knippersignalen
= ernstige fout - 7.
10 knippersig-
= ernstige fout - 8.
nalen
11 knippersig-
= ernstige fout - 9.
nalen
De motor herhaalt de melding over de installatietoestand door enkele bewegingen te
maken wanneer een manoeuvre wordt aangestuurd. Lees Tabel D om de betekenis
van deze bewegingen te begrijpen.
TABEL D – Signaleringen met bewegingen
AANTAL BEWE-
Betekenis
GINGEN
= minstens 1 zender opgeslagen en 2 eindstanden ge-
0 bewegingen
programmeerd.
= geen opgeslagen zender (de toestand van de eindstan-
1 beweging
den wordt niet aangegeven door de bewegingen).
= minstens 1 zender opgeslagen en er ontbreekt min-
2 bewegingen
stens 1 eindstand die geprogrammeerd moet worden.
5 bewegingen
= ernstige fout in het geheugen van de motor.
23 – Nederlands
(gids voor het oplossen van problemen)
In het algemeen dient Tabel C (en D) in paragraaf 5.10 geraadpleegd te worden om
het soort probleem preciezer te kunnen identificeren.
q Als een elektrische fase wordt gevoed, beweegt de motor niet:
Als de mogelijkheid dat de thermische beveiliging heeft ingegrepen wordt uit-
gesloten (waarvoor het volstaat om te wachten tot de motor is afgekoeld), kan
men controleren of de netspanning overeenkomt met de gegevens in het hoofd-
stuk "Technische kenmerken" door de elektrische spanning tussen de "gemeen-
schappelijke" draad en die van de gevoede elektrische fase te meten. Als het
probleem aanhoudt, de voedingskabel van de motor (fig. 4-i) loskoppelen en
weer aansluiten.
q Bij het sturen van een omhoog-commando, start de motor niet:
Dit kan gebeuren als het scherm zich dicht bij de bovenste eindstand ("0") be-
vindt. In dit geval moet u eerst het scherm over een korte afstand laten zakken en
vervolgens weer het omhoog-commando geven.
q Het systeem werkt in de noodtoestand met "gebruiker aanwezig":
– Controleer of de motor een ernstige elektrische of mechanische schok heeft
opgelopen.
– Controleer of alle delen van de motor nog intact zijn.
– Wis de bovenste ("0") en onderste eindstand ("1") en programmeer ze opnieuw.
Verwerking van het product
Zoals ook voor de installatiehandelingen geldt, moeten de handelingen voor afdan-
king aan het einde van de levensduur van dit product door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd.
Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen: sommige kunnen gerecy-
cled worden, andere moeten als afval verwerkt worden. Win informatie in over de
methoden voor recycling of afvalverwerking die voorzien zijn in de voorschriften die
in uw regio voor deze productcategorie gelden. Let op! – Bepaalde onderdelen van
. De
het product kunnen verontreinigende of gevaarlijke stoffen bevatten die bij aanraking
met het milieu schadelijke gevolgen voor het milieu of de volksgezondheid kunnen
hebben. Zoals door het symbool hiernaast wordt aangegeven, is het
. De
verboden dit product bij het huishoudelijk afval weg te gooien. Pas dus
gescheiden afvalinzameling voor afdanking toe volgens de methodes
bepaald door de plaatselijk geldende voorschriften, of lever het product
weer in bij de verkoper op het moment dat u een nieuw vergelijkbaar product aan-
schaft. Let op! - De plaatselijk geldende regelgeving kan zware sancties opleggen in
geval van illegale dumping van dit product.
Het verpakkingsmateriaal moet volgens de plaatselijk geldende voorschriften afge-
voerd worden
Raadpleeg de gegevens vermeld op het typeplaatje van de motor.
Opmerkingen: • Alle vermelde technische gegevens hebben betrekking op een
omgevingstemperatuur van 20 °C (± 5 °C). • Nice S.p.A. behoudt zich het recht voor
om het product te allen tijde en wanneer zij dit nodig acht aan te passen, maar met
behoud van dezelfde functionaliteit en gebruiksbestemming.
Wat te doen als...
Technische kenmerken