4.3.3 Systeem instellingen
Stel hier de taal in.
4.4.1 Bewegingsdetectie – Gevoeligheid / Verberg gebied
Hier kan per camera de gevoeligheid (Hoog - Laag - Uit) en het te scannen gebied van
de bewegingsdetectie ingesteld worden. Deze functie wordt voornamelijk gebruikt om
zo gericht mogelijk de detectie te kunnen plaatsvinden. In het totale zicht van de
camera kunnen scangebieden uitgesloten worden, zodat bijvoorbeeld struiken en/of
bomen geen detectie kunnen veroorzaken.
4.4.2 Bewegingsdetectie – Continu opnemen
Je kunt de camera set op twee manieren laten opnemen. Alle beelden continu
opnemen of opnemen bij detectie. Als de camera continu moet opnemen, hoef je
enkel de Beweging Opname Indicator op
symbolen – 30. Beweging Opname Indicator).
hoeft hier verder geen actie voor worden ondernomen.
4.4.3 Bewegingsdetectie – Opnemen bij beweging
De camera set kan, naast het continu opnemen, ook gebeurtenissen opnemen zodra er
beweging wordt gedetecteerd. Het voordeel van deze functie is dat de SD-Kaart minder
snel vol raakt.
Je stelt deze functie in door eerst de gevoeligheid (Zie
Laag of Hoog te zetten. Vervolgens de Beweging Opname Indicator op
Overzicht monitor en symbolen – 30. Beweging Opname
gevolgd, worden de beelden opgenomen bij detectie.
4.5.1 Netwerk setup
Hier kun je kiezen voor DHCP Dynamisch Host Configuratie Protocol of STATIC (vast) IP
adres. DCHP is de meest voorkomende verbinding. De router kent automatisch een IP-
adres toe aan het systeem. Statische IP is voor degenen die de mogelijkheid hebben om
een IP-adres voor hun systeem op te geven.
4.5.2 Netwerk setup
Met deze functie zet je het systeem terug naar het standaard wachtwoord "000000".
Een nieuw wachtwoord kan alleen via de app ingesteld worden.
–
Taal
–
Uitgebreide setup
–
Wachtwoord opnieuw instellen
BLAUW
te zetten (zie
Vaak is dit al de standaard instelling en
4.4.1 Bewegingsdetectie –
Indicator). Zodra je deze stappen hebt
- 12 -
Overzicht monitor en
Gevoeligheid) op
ROOD
te zetten (zie