Dimactoren uit de FIX-serie DM 4-2 T / DM 8-2 T
Object 231 „Centraal continu AAN"
•
Centrale inschakelfunctie.
Maakt het gelijktijdig inschakelen van alle kanalen met een enkel bericht mogelijk.
0 = geen functie
1 = Cntin AAN
De deelname aan dit object kan voor elk kanaal individueel worden ingesteld
(zie parameterpagina Functiekeuze).
BELANGRIJK:
dit object heeft de hoogste prioriteit.
Zolang het is geactiveerd, werken andere schakelcommando's op de deelnemende kanalen niet.
Object 232 „Centraal continu UIT"
•
Centrale uitschakelfunctie.
Maakt het gelijktijdig uitschakelen van alle kanalen met een enkel bericht mogelijk.
0 = geen functie
1 = Cntin UIT
De deelname aan dit object kan voor elk kanaal individueel worden ingesteld
BELANGRIJK: Dit object heeft de op een na hoogste prioriteit na Centraal continu AAN. Zolang het
is geactiveerd, werken andere schakelcommando's op de deelnemende kanalen niet.
Object 233 „Centraal schakelen"
•
Centrale schakelfunctie.
Maakt het gelijktijdig in- of uitschakelen van alle kanalen met een enkel bericht mogelijk.
0 = UIT
1 = AAN
De deelname aan dit object kan voor elk kanaal individueel worden ingesteld
(zie parameterpagina Functiekeuze).
Met dit object gedraagt zich elk deelnemend kanaal op dezelfde manier als wanneer zijn 1ste object
(d.w.z. Obj. 0, 20, 40 etc.) een schakelopdracht zou hebben ontvangen.
Object 234 „Centraal scènes oproepen/opslaan"
•
Met dit object kunnen „scènes" worden opgeslagen en later weer worden opgevraagd.
Bij het opslaan wordt de huidige status van het dimkanaal opgeslagen; daarbij maakt het niet uit hoe
deze status werd verkregen (via dimwaarden, schakelopdrachten, centrale objecten of de handknop).
Bij het opvragen wordt de zo opgeslagen status weer hersteld.
Elk kanaal kan aan max. 8 scènes deelnemen.
Zie bijlage: De scènes
Stand: mei-20 (Wijzigingen voorbehouden)
24
70
Pagina
van