part number: 09121858
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Dit kinderbeveiligingssysteem is conform de Europese norm voor verankeringssystemen, ECE-R 44.03, gekeurd.
Het keurmerk en registratienummer vindt u op de oranjekleurige sticker. Opel kinderbeveiligingssystemen met
transponders zijn herkenbaar aan de sticker op de reiswieg.
Let op!
De sticker is standaard in de talen Duits, Engels en Frans aangebracht. Dit moet eventueel in de betreffende lan-
delijke taal worden overgeplakt (afb. 9). De betreffende stickers worden meegeleverd.
Gebruik op de passagiersstoel!
U kunt aan de extra sticker op de passagiersstoel herkennen of uw passagiersstoel met een herkennings-
sensor is uitgerust (afb. 7). Opel kinderbeveiligingssystemen met transponders worden bij een correcte
montage op de passagiersstoel automatisch herkend en deactiveren de airbagsystemen voor de passa-
gierskant. Het controlelampje voor de herkenningssensor moet beslist in acht worden genomen.
Let op! Neem de juiste inbouwpositie in acht (afb. 10).
Een Opel kinderbeveiligingssysteem met transponders wordt na het inschakelen van de ontsteking aange-
geven doordat de controlelamp continue brandt, zodra de herkenningssensor het kinderzitje heeft herkend.
Bij een niet correct gemonteerd kinderbeveiligingssysteem of bij defecte transponders knippert de contro-
lelamp. Controleer of het kinderbeveiligingssysteem met transponders correct is gemonteerd.
Indien de storing na het controleren van de inbouwpositie niet is verholpen, moet u het kinderbeveiligings-
systeem op de achterbank monteren. Neem voor het verhelpen van de storingsoorzaak contact op met
een erkende Opel garage.
Als de controlelamp tijdens het rijden niet brandt, zijn de airbagsystemen voor de passagier niet gedeac-
tiveerd. Monteer het kinderbeveiligingssysteem op de achterbank. Neem voor het verhelpen van de storing
contact op met een erkende Opel garage.
Zie voor de herkenningssensor, de controlelamp voor Opel kinderbeveiligingssystemen met transponders
en de werking van de deactivering van de airbagsystemen in het instructieboekje.
Op de passagiersstoel mogen ter voorkoming van storingen geen voorwerpen (bijv. folies, stickers, verwar-
mingsmatten of stoelbekledingen) onder het kinderbeveiligingssysteem worden aangebracht.
NL
25