Programmeren van de zenders resp. de knoppen
Om een zender te programmeren, moet u de ontvanger door doelgericht indrukken van de toets LEARN/ERASE vanuit de normale
ontvangstmodus in een teach-modus brengen. Druk aansluitend op minimaal 1m afstand op de gewenste zender resp. de gewenste
knop. Er staan de volgende teach-modi ter beschikking:
Teach-modus I: programmeren van een zender met bevestiging van het zendersignaal. Druk 1x kort op de toets LEARN/ERASE. De
led naast de toets begint 1x per 2s geïnverteerd te knipperen.
Teach-modus II: programmeren van een knop met bevestiging van het knopsignaal. Druk vanuit de normale ontvangstmodus binnen
2s 2x kort op de toets LEARN/ERASE. De led naast de toets begint 2x per 2s geïnverteerd te knipperen.
Teach-modus III: programmeren van een zender zonder bevestiging van het zendersignaal. Druk binnen 2s 3x kort op de toets
LEARN/ERASE. De led naast de toets begint 3x per 2s geïnverteerd te knipperen. de desbetreffende zender wordt
automatisch geconfigureerd. Deze functie is compatibel met zenders vanaf versie V xx.20.
Teach-modus IV: programmeren van een knop zonder bevestiging van het knopsignaal. Druk binnen 2s 4x kort op de toets
LEARN/ERASE. De led naast de toets begint 4x per 2s geïnverteerd te knipperen. de desbetreffende zender wordt
automatisch geconfigureerd. Deze functie is compatibel met zenders vanaf versie V xx.20.
Elke teach-modus wordt automatisch verlaten als een zender of een knop succesvol geprogrammeerd werd, als de ontvanger zich
langer dan 30s in een teach-modus bevindt of als in een teach-modus de LEARN/ERASE toets wordt ingedrukt.
Een ontvangstmodule kan tot 60 verschillende zenderadressen programmeren (teachen). Een succesvolle teach-actie
(programmering) wordt door het oplichten van de led naast de toets aangeduid. Mogelijke oorzaken voor een mislukte programmering
zijn een volle lijst of een reeds geprogrammeerde zender resp. knop. Nadat u het teach-proces heeft afgesloten, dient u de
relaisfunctie te testen. De actieve status wordt door de naastgelegen led weergegeven.
Wissen van de zenders resp. de knoppen
Om een zender resp. knop te wissen, moet u de ontvanger vanuit de normale ontvangstmodus in de wismodus brengen. Houd hiervoor
de LEARN/ERASE toets 3s lang ingedrukt. De led naast de toets begint te knipperen. Als nu op een afstand van minimaal 1m een
zender resp. een knop wordt geactiveerd, wordt elke invoer bij die betreffende zender uit de lijst verwijderd. U kunt ook de complete
lijst wissen door, in plaats van een zender resp. knop in te drukken, opnieuw de LEARN/ERASE toets ingedrukt te houden tot de led
naast de toets ophoudt met knipperen (ca. 3s).
Na de gewenste uitvoering van de functies, ontkoppelt u de voedingsspanning en bekabelt u uw relaisaansluitingen. Wanneer u met
het relais spanningen >40V wilt schakelen, zorg er dan voor dat er bij het aansluiten van kabels geen spanning op staat.
6
Technische gegevens
Werkfrequentie:
Max. zendvermogen:
Antenne:
Uitgangen:
Schakelvermogen:
Voeding:
Stroomopname:
Temperatuurbereik:
Aansluitingen:
Behuizing:
f1 433,62 MHz; f2 434,22 MHz
10 mW
interne antenne (50 ohm)
4 potentiaalvrije wisselcontacten
230V AC / 10A; 30V DC / 5A
12,0 – 30,0 V DC
stand-by 25mA, 4 relais actief ca. 200mA
-20 oC tot +65 oC
binnenliggende schroefklemmen
130 mm x 85 mm x 37 mm, beschermingsklasse IP54
9
-
-