2.3 Te controleren voor elke start van het werk
Kabel controleren
Controleer alle kabels zorgvuldig op tekenen van breuk of beschadiging van de
isolatie voordat u het apparaat gebruikt. Beschadigde kabels moeten onmiddellijk
worden vervangen. Dit garandeert een betrouwbare stroomtoevoer en
minimaliseert het risico op kortsluiting.
Verbindingen en scherpe randen
Controleer of de aansluitingen goed vastzitten en goed zijn aangesloten. Vermijd
scherpe randen in het werkgebied van de kabels om schuren en beschadiging te
voorkomen. Maak de kabels zo vast dat ze niet door scherpe randen kunnen
worden getrokken.
Stekkerverbindingen controleren
Controleer of alle stekkerverbindingen goed vastzitten en correct zijn aangesloten.
Losse aansluitingen kunnen tot storingen leiden en moeten worden gecontroleerd.
onmiddellijk worden verholpen.
Integriteit van behuizing
Kijk uit naar afgebrokkelde of gebroken onderdelen op de behuizing van het
apparaat. Elke schade aan de behuizing moet onmiddellijk worden gerepareerd om
de structurele integriteit van het apparaat te garanderen.
Roterende encoders en schakelaars
Controleer of alle knoppen en schakelaars goed werken. Controleer of ze
gemakkelijk te bedienen zijn en in de juiste stand vergrendeld zijn.
Houd het werkgebied vrij
Houd het werkgebied vrij van obstakels om struikelgevaar te voorkomen. Dit is
vooral belangrijk om een veilige en efficiënte werkomgeving te creëren.
9
Gebruiksaanwijzing Brushline