Download Print deze pagina
Pepperl+Fuchs KFD2-SR2-Ex2.W.SM Handleiding
Pepperl+Fuchs KFD2-SR2-Ex2.W.SM Handleiding

Pepperl+Fuchs KFD2-SR2-Ex2.W.SM Handleiding

Advertenties

Handleiding
1. Markering
Monitor stilstand en rotatierichting
KFD2-SR2-Ex2.W.SM
ATEX-certificaat: PTB 00 ATEX 2080
ATEX-identificatie:
1
II (1)G [Ex ia Ga] IIC
1
II (1)D [Ex ia Da] IIIC
1
I (M1) [Ex ia Ma] I
ATEX-certificaat: TÜV 99 ATEX 1493 X
ATEX-identificatie:
1
II 3G Ex ec nC IIC T4 Gc
IECEx-certificaat: IECEx PTB 11.0034 , IECEx TUN 19.0013X
IECEx-identificatie:
[Ex ia Ga] IIC
[Ex ia Da] IIIC
[Ex ia Ma] I
Ex ec nC IIC T4 Gc
Certificaten Noord-Amerika: E106378 (UL)
Class I, Division 2, Groups A-D, T4
Class I, Zone 2, Group IIC T4
Geassocieerd apparaat met intrinsiek veilige circuits voor
Class I, Division 1, Groups A-D; Class II, Division 1, Groups E-G;
Class III
Class I, Zone 0, Group IIC
USA-certificaten: FM19US0207X
Class I, Division 2, Groups A-D, T4
Geassocieerd apparaat met intrinsiek veilige circuits voor
Class I, Division 1, Groups A-D; Class II, Division 1, Groups E-G;
Class III
Certificaten voor Canada: 1029981 (CSA)
Class I, Division 2, Groups A-D, T4
Class I, Zone 2, Group IIC T4
Geassocieerd apparaat met intrinsiek veilige circuits voor:
Class I, Division 1, Groups A-D; Class II, Division 1, Groups E-G;
Class III
Class I, Zone 0, Group IIC
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperators.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
Voordat het product wordt gebruikt, dient u het product te leren kennen.
Lees de handleiding zorgvuldig door.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Neem wetten, normen en richtlijnen die betrekking hebben op het bedoeld
gebruik en de gebruikslocatie in acht.
Voor mijnbouwtoepassingen dient u rekening te houden met wetten,
normen en richtlijnen die van toepassing zijn op de gebruikslocatie.
Dit document wordt, indien van toepassing, aangevuld door bijbehorende
gegevensbladen, handleidingen, conformiteitsverklaringen, EU-type
declaratiecertificaten, certificeringen en control drawings. U vindt deze
informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Neem wanneer u het toestel in veiligheidsgerelateerde toepassingen
gebruikt, de vereisten voor een functionele veiligheid in acht. U vindt deze
vereisten in de functionele veiligheidsdocumentatie op www.pepperl-
fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze handleiding zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
Het apparaat wordt bij controle en instrumentatie (C&I-technologie)
gebruikt voor de galvanische scheiding van signalen, zoals 20 mA- en
10 V-standaard signalen, of voor het aanpassen of standaardiseren van
signalen. Het apparaat heeft intrinsiek veilige circuits voor de bediening
van intrinsiek veilige veldtoestellen in explosiegevaarlijke omgevingen.
DOCT-8113 / 2022-06
Het apparaat verzendt digitale signalen (NAMUR-sensoren/mechanische
contacten) van het explosiegevaarlijke gebied naar het niet-
explosiegevaarlijke gebied.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een vaste locatie.
Het apparaat is een gekoppeld apparaat conform IEC/EN 60079-11.
Het apparaat mag in veilige omgevingen worden gemonteerd.
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving van Zone 2.
Neem wanneer u het toestel in veiligheidsgerelateerde toepassingen
gebruikt, de informatie voor een functionele veiligheid en veilige status in
acht.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
6. Montage en installatie
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Het apparaat is ontwikkeld voor montage op een 35-mm DIN-montagerail
conform EN 60715.
Monteer het apparaat zodanig dat het is beschermd tegen mechanisch
gevaar. Monteer het apparaat bijvoorbeeld in een omsluitende behuizing.
Zorg dat de algehele behuizing alleen met gereedschap kan worden
geopend.
Het apparaat biedt een beschermingsgraad conform IP20 conform
IEC/EN 60529.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
gecontroleerde omgeving met verontreinigingsgraad 2 (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Als het apparaat wordt gebruikt in omgevingen met een hogere
verontreinigingsgraad, moet het dienovereenkomstig worden beschermd.
Monteer het apparaat niet in de buurt van een potentieel
stofexplosiegevaarlijke atmosfeer.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met overbelastingsspanningscategorie II (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Sluit het apparaat aan op een elektrische voeding die voldoet aan de
vereisten voor extra lage veiligheidsspanning (SELV) of beveiligde extra
lage veiligheidsspanning (PELV).
Als u de Power Rail gebruikt, voed de Power Rail dan uitsluitend via de
bijbehorende voedingsmodules of voedingen. Voed de Power Rail niet via
isolators.
Als de spanning hoger is dan 50 V AC of 120 V DC, schakel dan de
spanning uit voordat u het apparaat aansluit of loskoppelt.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem wanneer u het apparaat in veiligheidsgerelateerde toepassingen
installeert, de instructies in de documentatie in acht voor een functionele
veiligheid.
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen te krimpen en deze
op de uiteinden van de geleider te plaatsen.
Gebruik slechts één geleider per klem.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Neem de aanhaalmomenten van de klemschroeven in acht.
Gebruik geleiders die zijn goedgekeurd voor een temperatuur van 90 °C of
geleiders met een temperatuur die voor de toepassing geschikt is.
Vereisten voor gebruik als geassocieerd apparaat
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Neem alle scheidingsafstanden tussen alle niet-intrinsiek veilige circuits
en intrinsiek veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de scheidingsafstand tussen twee naast elkaar gelegen intrinsiek
veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Houd bij het aansluiten van intrinsiek veilige veldtoestellen aan de
intrinsiek veilige circuits van het gekoppelde apparaat rekening met de
respectieve piekwaarden van de veldtoestellen en het geassocieerd
apparaat (controle van intrinsieke veiligheid). Neem ook IEC/EN 60079-14
en IEC/EN 60079-25 in acht.
Vereisten voor materieelbeschermingsniveau Gc
Het apparaat mag alleen worden gemonteerd en bediend in algehele
behuizingen die
voldoen aan de vereisten voor algehele behuizingen conform
l
IEC/EN 60079-0,
beschermingsgraad IP54 hebben conform IEC/EN 60529.
l
1 / 2

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Pepperl+Fuchs KFD2-SR2-Ex2.W.SM

  • Pagina 1 Gebruik het apparaat uitsluitend op een vaste locatie. Monitor stilstand en rotatierichting Het apparaat is een gekoppeld apparaat conform IEC/EN 60079-11. KFD2-SR2-Ex2.W.SM Het apparaat mag in veilige omgevingen worden gemonteerd. ATEX-certificaat: PTB 00 ATEX 2080 Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke ATEX-identificatie: omgeving van Zone 2.
  • Pagina 2 Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel explosiegevaarlijke atmosfeer. 7. Gebruik, onderhoud, reparatie Neem wanneer u het apparaat in veiligheidsgerelateerde toepassingen installeert, de instructies in de documentatie in acht voor een functionele veiligheid.