Functies :
•
AUTO : De sensor werkt volledig automatisch, met een vertragingstijd van 10 seconden, bij deze optie is de
maximaal bereikbare afstand standaard ingesteld voor de bewegingssensor.
•
SOS : Met deze functie word de bewegingssensor volledig uitgeschakelt. Wanneer u deze functie gebruikt zal
de sensor uitsluitend reageren op het omgevingslicht (ingestelde LUX waarde). Indien het donker word zal de
lichtbron zichzelf inschakelen, wanneer de sensor genoeg licht opvangt zal deze zichzelf weer uitschakelen.
•
TIJD : Hier kan men de vertragingstijd instellen, met als minimum 10 seconden en als maximum 30 minuten.
•
AFSTAND : Met deze optie wordt bepaald op welke afstand de sensor bewegingen detecteerd.
•
DAGLICHT : Hiermee kan men zelf bepalen hoeveel licht er nodig is om de breedstraler automatisch uit te
laten schakelen of hoe weinig licht er nodig is om de breedstraler automatisch aan te laten schakelen, met als
minimum 3 LUX en als maximum 2000 LUX.
Belangrijke informatie voor de installatie
•
De sensor dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektriciën.
•
Vermijd installatie op bewegende objecten.
•
Er mogen geen hinderende of bewegende objecten voor de sensor aanwezig zijn.
•
Vermijd de installatie van de sensor in de buurt van de volgende bronnen;
- Computercomponenten zoals een router
- Airco installatie
- Verwarming
- Radiosignalen
Problemen & Oplossingen
A. Controleer of alles correct is aangesloten. Zorg ervoor dat de kabels op de juiste wijze worden aangesloten
blauw op blauw (ACN), bruin op bruin (ACL), groen geel op groen geel (aarding).
B. Controleer of het rode controle lampje in de sensor reageert wanneer men op een knop van de
afstandsbediening drukt.
C. Verwijder het plastic lipje onder de batterij van de afstandsbediening.
D. Richt de afstandsbediening naar de sensor zodat de sensor het signaal van de afstandsbediening kan
opvangen. De afstand tussen de afstandsbediening en sensor mag niet meer dan 10 meter bedragen.
•
De sensor werkt niet correct
A. Controleer of er geen hinderende of bewegende objecten voor de sensor aanwezig zijn.
B. Controleer of de bedrijfstemperatuur zich binnen het gestelde bereik bevindt (-20°C ~ 50°C).
C. Controleer of de signaalbron zich binnen het ingestelde detectieveld bevindt.
D. Controleer of er continue signalen in het detectieveld aanwezig zijn.
Versie 02-10-2019
HOF Trading BV - Graafschap Hornelaan 137A 6001AC Weert